Formuleren nieuw

Formuleren
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Formuleren

Slide 1 - Slide

Formuleerfouten
1. Dubbelop
2. Fouten met verwijswoorden
3. Incongruentie
4. Dat/als-constructie
5. Foutieve samentrekking
6. Foutieve beknopte bijzin
7. Zinnen onjuist begrenzen

Slide 2 - Slide

1. Dubbelop
- Onjuiste herhaling
- Tautologie
- Pleonasme
- Contaminatie
- Dubbele ontkenning

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

2. Fouten met verwijswoorden
- Hij, zij, het; hem of haar; zijn of haar?
- Deze of die; dit of dat?
- Hen of hun?
- Dat of wat?
- VZ +wie of waar + VZ?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

3. Incongruentie
- Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig onderwerp aangezien
- Onderwerp met enkelvoudige kern wordt gevolgd door meervoudige bijvoeglijke bepaling
- Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

4. Dat/als-constructie
- Dat/ als naast elkaar in een zin >> de bijzin die begint met als, achteraan de zin plaatsen.
( dat/als woordgroepen: (om)dat/wanneer, (om)dat/ indien, (om)dat/wanneer)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

5. Foutieve samentrekking
- Verschil in betekenis
- Verschil in vorm
- Verschil in grammaticale functie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

6. Foutieve beknopte bijzin
- Verborgen onderwerp vergelijken met het onderwerp in de hoofdzin

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

7. Zinnen onjuist begrenzen
- Geen bijzinnen als zelfstandige zin 
- Geen zinnen onterecht samenvoegen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Zie aantekeningen voor antwoorden!!

Slide 24 - Slide

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 25 - Quiz

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 26 - Quiz

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 27 - Quiz

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 28 - Quiz

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 29 - Quiz

De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 30 - Quiz