Taal verandert!

Taal verandert!
schrijf op je wisbordje welke woorden je uit de straattaal kent.
Vertel ook de betekenis!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Taal verandert!
schrijf op je wisbordje welke woorden je uit de straattaal kent.
Vertel ook de betekenis!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Straat taal - mengelmoes van verschillende talen.
Wie kent de betekenis?
Skeer

Fatoe

Faka! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

skeer


Betekenis : blut, geen geld 
hebben.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions




FATOE!!


"Fatoe" is een Surinaams-Nederlands woord dat vaak in informele gesprekken wordt gebruikt. Het komt oorspronkelijk uit het Sranan Tongo, een taal die in Suriname wordt gesproken. "Fatoe" betekent "grap" of "humor". Mensen gebruiken het om aan te geven dat iets grappig is of om over grappen te praten.

Bijvoorbeeld:

"Dat was echt een goede fatoe!" betekent "Dat was echt een goede grap!"

"Hij maakt altijd de beste fatoes." betekent "Hij maakt altijd de beste grappen."

Het woord "fatoe" wordt vooral in de jongerencultuur en in informele settings gebruikt. Heb je nog meer vragen of wil je iets anders weten?


Slide 4 - Slide

"Fatoe" is een Surinaams-Nederlands woord dat vaak in informele gesprekken wordt gebruikt. Het komt oorspronkelijk uit het Sranan Tongo, een taal die in Suriname wordt gesproken. "Fatoe" betekent "grap" of "humor". Mensen gebruiken het om aan te geven dat iets grappig is of om over grappen te praten.

Bijvoorbeeld:

"Dat was echt een goede fatoe!" betekent "Dat was echt een goede grap!"

"Hij maakt altijd de beste fatoes." betekent "Hij maakt altijd de beste grappen."

Het woord "fatoe" wordt vooral in de jongerencultuur en in informele settings gebruikt. Heb je nog meer vragen of wil je iets anders weten?


FAKA!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Doel 


Je leert dat taal verandert
straat taal in het journaal.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Pak je wisbordje en schrijf op wat het betekent!

Onze meester is echt een eindbaas.
Voor vandaag zit ik aan mijn moppertax.
Opa is met pensioen en is nu aan het vrijwilligen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe woorden uit deze tijd!

In de supermarkt kun je afrekenen bij een zelfscankassa.

In onze stad zit een weggeefwinkel.

Dat plaatje met die lachende kat is echt fatoe!

Slide 8 - Slide

Taal verandert om verschillende redenen en reflecteert de dynamiek van menselijke interactie, cultuur en technologische vooruitgang. Hier zijn enkele van de belangrijkste redenen waarom taal verandert:
### 1. Sociale Interactie
Mensen gebruiken taal om met elkaar te communiceren, en door interactie met verschillende groepen mensen kunnen nieuwe woorden en zinsconstructies ontstaan. Jongeren hebben bijvoorbeeld de neiging om nieuwe woorden en slang te creëren die later door de bredere samenleving kunnen worden overgenomen.
### 2. Culturele Invloeden
Cultuur speelt een grote rol in taalverandering. Wanneer culturen met elkaar in contact komen, lenen ze vaak woorden van elkaar. Denk bijvoorbeeld aan hoe de Engelse taal veel Franse en Latijnse woorden heeft overgenomen.
### 3. Technologische Vooruitgang
Nieuwe technologieën brengen nieuwe terminologie met zich mee. Woorden zoals "internet", "smartphone" en "app" bestonden bijvoorbeeld 50 jaar geleden nog niet, maar zijn nu alledaags.
### 4. Globalisering
Door globalisering en massacommunicatie worden talen wereldwijd beïnvloed. Engels heeft bijvoorbeeld een grote invloed gehad op veel andere talen door de verspreiding van technologie, media en internationale handel.
### 5. Taalvereenvoudiging
Over tijd hebben mensen de neiging om taal te vereenvoudigen voor gemak. Klankverschuivingen, grammaticale vereenvoudigingen en het verlies van bepaalde fonemen zijn voorbeelden van hoe taal evolueert om eenvoudiger te worden.
### 6. Creativiteit
Mensen zijn creatief in hun taalgebruik. Dichters, schrijvers, en dagelijkse sprekers kunnen nieuwe woorden en uitdrukkingen bedenken die populair worden en uiteindelijk deel gaan uitmaken van de taal.
### 7. Invloed van Media en Popcultuur
Films, televisie, muziek en sociale media kunnen allemaal bijdragen aan taalverandering door het introduceren van nieuwe woorden en uitdrukkingen die door een breed publiek worden opgepikt.
### 8. Taalcontact
Wanneer sprekers van verschillende talen met elkaar in contact komen, kunnen ze woorden, zinsstructuren en klanken van elkaar overnemen. Dit kan leiden tot creolisering, pidginisering en andere vormen van taalverandering.
Taal is levendig en dynamisch, altijd in beweging om de veranderingen in onze wereld weer te geven. Heb je een specifiek aspect van taalverandering waar je meer over wilt weten?
zelfscankassa
Geen caissière, snel en 
gemakkelijk 

Slide 9 - Slide

Het woord "zelfscankassa" is inderdaad een relatief nieuw woord in het Nederlands. Het verwijst naar een type kassa in winkels waarbij klanten zelf hun producten kunnen scannen en afrekenen zonder tussenkomst van een kassamedewerker.

De introductie van zelfscankassa's is nauw verbonden met technologische vooruitgang en veranderingen in de winkelervaring. Dit nieuwe woord weerspiegelt hoe taal zich aanpast aan nieuwe ontwikkelingen in de samenleving.

Wil je meer weten over de impact van zelfscankassa's op de winkelervaring of de geschiedenis van zelfscankassa's?


      Weggeefwinkel

Slide 10 - Slide

Wat zijn weggeefwinkels?
Een weggeefwinkel is sociaal cement van een wijk en een winkel waar spullen gratis te verkrijgen zijn. Een wezenskenmerk van een weggeefwinkel is onvoorwaardelijkheid, dat iedereen er welkom is, zowel om spullen te halen als om spullen te brengen, dus zonder dat hier voorwaarden aan worden gesteld
Dit zijn  nieuwe woorden die passen in deze tijd. 
Hoe verandert taal dan? 

Door o.a. social media, influencers televisie, films, theater, liedjesschrijvers, etc. hebben grote invloed op het ontstaan van nieuwe woorden in de maatschappij.

Wat dacht je van alle meme's.

Sommige woorden kende ik in het begin niet, maar kon wel bedenken wat het zou betekenen. 



Slide 11 - Slide

What's up LOL/OMG/ 
welke kennen de kinderen nog meer?
hoe zit het met woorden van vroeger
bijvoorbeeld: 
bakvis
Klucht
kwajongen
plunjezak
Schouw

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

meme's
zorgen ook voor nieuwe uitdrukkingen.

Slide 13 - Slide

Memes hebben een aanzienlijke invloed op kinderen en hun taalgebruik. Hier zijn enkele manieren waarop memes de taal en communicatie van jongeren beïnvloeden:

Creativiteit en Innovatie: Memes moedigen jongeren aan om creatief te zijn met taal. Ze bedenken nieuwe
 woorden, uitdrukkingen en manieren om humor en ideeën over te brengen.

Snelle Verspreiding van Slang: Memes helpen bij de snelle verspreiding van slang en nieuwe termen. Jongeren nemen deze woorden en uitdrukkingen snel over en integreren ze in hun dagelijkse taalgebruik.

Visuele en Verbale Communicatie: Memes combineren vaak visuele elementen met tekst, wat jongeren helpt om zowel visuele als verbale communicatievaardigheden te ontwikkelen.

Culturele Referenties: Memes bevatten vaak culturele referenties die jongeren helpen om zich verbonden te voelen met een bredere gemeenschap. Dit kan leiden tot een gevoel van saamhorigheid en gedeelde ervaringen.

Taalbarrières: Hoewel memes taalbarrières kunnen overbruggen door visuele humor, kunnen ze ook nieuwe taalbarrières creëren tussen generaties. Oudere generaties
begrijpen mogelijk niet altijd de slang en referenties die in memes worden gebruikt.

Invloed op Schrijfvaardigheid: Hoewel sommige onderzoeken suggereren dat het gebruik van afkortingen en informele taal in memes geen negatieve invloed heeft op de schrijfvaardigheid van jongeren, is het belangrijk om een balans te vinden tussen formeel en informeel taalgebruik.
Werkboek
blz. 38 en 39
We gaan de oefeningen doorbespreken. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

skeer / de klimaatspijbelaar / de stemfie / plogging /
suppen /  de onesie
Oefening 1
Een kind dat niet naar school gaat om aandacht te vragen voor milieuproblemen.
watersport waarbij iemand staand op een board peddelt.
Een foto die iemand van zichzelf maakt tijdens het stemmen in een stemhokje.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

OEFENING 2
Hey Jeens, Faka
Tom is echt een bengel
Emine is druk met het ontspullen van haar kamer.
We eten vanavond bofkip
We gaan vanavond lekker voor de beeldbuis hangen.
Oefening 3
Euro gulden bitcoin
paardentramhyperloopbromfiets
BFF, kameraad, vriend
Jacuzzi, badkuip, teil

Slide 16 - Slide

laatste oefening kind laten oplezen!
Bakvis - Een jonge tienermeisje.
• Schouw - Een open haard.
• Schoffie - Een ondeugend kind.
• Klokhuis - Het hart van een appel.
• Drammer - Iemand die altijd zijn zin wil doordrijven.
• Huismoedertje - Een huisvrouw.
• Kwajongen - Een ondeugende jongen.
• Klucht - Een humoristisch toneelstuk.
• Plunjezak - Een grote tas voor kleding, vaak gebruikt door militairen.
• Wolkenkrabber - Een zeer hoog gebouw (wordt nu minder vaak gebruikt in het Nederlands, vervangen door "skyscraper").
st

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Selfie - Een foto van jezelf maken, meestal met een smartphone.
• App - Afkorting voor "applicatie", een programma voor mobiele apparaten.
• Cryptovaluta - Digitale of virtuele valuta, zoals Bitcoin.
• Influencer - Iemand die via social media anderen beïnvloedt.
• Cloudopslag - Het opslaan van gegevens op externe servers toegankelijk via internet.
• Emoji - Kleine digitale afbeeldingen of iconen gebruikt om emoties uit te drukken.
• Hashtag - Een woord of zin voorafgegaan door een #, gebruikt om berichten op sociale media te categoriseren.
• Webinar - Een online seminar of presentatie.
• E-mail - Elektronische post.
• Netflixen - Tv-programma's of films kijken op Netflix (of een andere streamingdienst).


k

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

nabespreking
Heb je alle oefeningen af?
Wat vond je moeilijk?
Wat ging je makkelijk af?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

tips en tops
wat vond je van de les?
Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions