What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
klasvwo1pluspassécomposé2elesstamboom
Programme
Quiz
Passé composé
werken aan beschrijving
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programme
Quiz
Passé composé
werken aan beschrijving
Slide 1 - Slide
Passé composé (Chapitre 5D)
De passé composé (de verleden tijd) bestaat uit 2 delen:
1) Het hulpwerkwoord (een vorm van avoir)
2) Het voltooid deelwoord (hele ww -er +é)
Bv: J'ai cherché - Tu as parlé - Nous avons visité - Ils ont dansé
Slide 2 - Slide
Passé composé (Chapitre 5D)
Onderdeel 1:
het
hulpwerkwoord
Kies de vorm van
avoir
(hebben) die bij het onderwerp van de zin past.
Let op:
deze vormen van
avoir
moet je dus uit je hoofd kennen!
J'
ai
Ik heb
Tu
as
Jij hebt
Il/elle
a
Hij/zij heeft
On
a
We hebben /
men heeft
Nous
avons
Wij hebben
Vous
avez
Jullie hebben /
u heeft
Ils/elles
ont
Zij hebben
Slide 3 - Slide
Passé composé (Chapitre 5D)
Onderdeel 2:
het
voltooid deelwoord
Stappenplan:
1. Neem het hele werkwoord
2. Haal "-er" er af
3. Plak "é" er aan
Voorbeelden
:
1. danser 1. visiter
2. dans 2. visit
3. dansé 3. visité
1. parler 1. regarder
2. parl 2. regard
3. parlé 3. regardé
Slide 4 - Slide
Kies de juiste vorm van avoir
Tu ....
A
avons
B
as
C
ont
D
a
Slide 5 - Quiz
Kies de juiste vorm van avoir
On ....
A
avons
B
as
C
ont
D
a
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste vorm van avoir
Vous ....
A
avons
B
ont
C
avez
D
ai
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste vorm van avoir
J' ....
A
avons
B
ont
C
avez
D
ai
Slide 8 - Quiz
J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
a
avons
ai
avez
as
ont
Slide 9 - Drag question
timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est
Slide 10 - Drag question
Bij de volgende vragen moet je aangeven of het een présent of een passé composé is.
Geheugensteuntje
:
de passé composé bestaat altijd uit 2 delen
(het
hulpwerkwoord
en het
voltooid deelwoord
)
Slide 11 - Slide
On a habité
A
présent
B
passé composé
Slide 12 - Quiz
Ma mère demande
A
présent
B
passé composé
Slide 13 - Quiz
nous habitons
A
présent
B
passé composé
Slide 14 - Quiz
elle a regardé
A
présent
B
passé composé
Slide 15 - Quiz
nous avons écouté
A
présent
B
passé composé
Slide 16 - Quiz
Uit hoeveel delen bestaat de passé composé?
A
1
B
2
Slide 17 - Quiz
Ils (envoyer, passé composé)
A
ont envoyé
B
sont envoyé
C
envoyais
D
envoyait
Slide 18 - Quiz
Jullie hebben Parijs bezocht.
A
Vous avez visité Paris.
B
Vous allez visiter Paris.
C
Vous visitez Paris.
D
Vous avez visiter Paris.
Slide 19 - Quiz
tu - parler
passé composé
A
tu as parlé
B
tu est parlé
C
tu parles
D
tu parle
Slide 20 - Quiz
vous - manger
passé composé
A
vous mangez
B
vous avez mangé
C
vous êtes mangé
D
vous mangons
Slide 21 - Quiz
Zet in de goede vorm:
On (passé composé, passer) __________
A
a passer
B
as passé
C
ont passer
D
a passé
Slide 22 - Quiz
Open vragen
In het laatste gedeelte van deze quiz moet je de passé composé zelf kunnen schrijven.
Als je de vormen van
avoir
nog niet helemaal beheerst, leer deze dan eerst weer uit je hoofd (staan op volgende dia).
Slide 23 - Slide
Passé composé (Chapitre 5D)
Onderdeel 1:
het
hulpwerkwoord
Kies de vorm van
avoir
(hebben) die bij het onderwerp van de zin past.
Let op:
deze vormen van
avoir
moet je dus uit je hoofd kennen!
J'
ai
Ik heb
Tu
as
Jij hebt
Il/elle
a
Hij/zij heeft
On
a
We hebben /
men heeft
Nous
avons
Wij hebben
Vous
avez
Jullie hebben /
u heeft
Ils/elles
ont
Zij hebben
Slide 24 - Slide
Passé composé (Chapitre 5D)
Onderdeel 2:
het
voltooid deelwoord
Stappenplan:
1. Neem het hele werkwoord
2. Haal "-er" er af
3. Plak "é" er aan
Voorbeelden
:
1. danser 1. visiter
2. dans 2. visit
3. dansé 3. visité
1. parler 1. regarder
2. parl 2. regard
3. parlé 3. regardé
Slide 25 - Slide
Voorbeelden
1. Je + danser --> J'ai dansé
2. Vous + danser --> Vous avez dansé
3. Tu + écouter --> Tu as écouté
4. Ils + écouter --> Ils ont écouté
5. Nous + regarder --> Nous avons regardé
6. Elle + regarder --> Elle a regardé
Slide 26 - Slide
Zet in de passé composé:
Je + bavarder
Slide 27 - Open question
Zet in de passé composé:
Elle + jouer
Slide 28 - Open question
Zet in de passé composé:
Il + habiter
Slide 29 - Open question
Zet in de passé composé:
Tu + chercher
Slide 30 - Open question
Zet in de passé composé:
Elles + porter
Slide 31 - Open question
Fin
(Einde)
terugblik
vooruitblik
Slide 32 - Slide
More lessons like this
1hv4 Quiz H5 Passé composé
June 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv4 Quiz H5 Passé composé
March 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv4 Quiz H5 Passé composé
May 2022
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
V1L 24 mei 2022
May 2022
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Quiz H5 Passé composé
February 2022
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
trede 12 herhaling Passé composé
June 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Passé composé 3H
September 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1A - Le passé composé eerste les
May 2024
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3