Herhaling H1 | Stunde 1
1 / 16
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Weet je het nog?Het werkwoord sein.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Was haben wir gemacht dieses Jahr?
(machen = maken/doen)
(machen = maken/doen)
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Wat/hoe is zijn achternaam?
Wat/hoe is haar achternaam?
Wat is zijn voornaam?
Wat is haar voornaam?
Waar komt hij vandaan?
Waar komt zij vandaan?
Hoe oud is hij?
Hoe oud is zij?
Waar woont hij?
Waar woont zij?
Wie ist sein Familienname?
Wie ist ihr Familienname?
Wie ist sein Vorname?
Wie ist ihr Vorname?
Woher kommt er?
Woher kommt sie?
Wo wohnt er?
Wo wohnt sie?
Wie alt ist er?
Wie alt ist sie?
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Wat heb je geleerd vandaag?
Slide 15 - Open question
Wat zou je nog willen weten over Duits? Wat wil je graag herhalen?
