H4 Chemisch rekenen §5 Deel 2

Chemisch rekenen
§5

Toepassing van mol rekenen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Chemisch rekenen
§5

Toepassing van mol rekenen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Jullie weten wat ondermaat is
  • Jullie kunnen rekenen met overmaat en ondermaat

Slide 2 - Slide

Vorige keer
1. Kloppende reactievergelijking opstellen 
2. Gegeven massa omrekenen naar mol
3. Molverhouding gebruiken om mol uit te rekenen van gevraagde stof
4. De mol omrekenen naar gevraagde eenheid 

Slide 3 - Slide

Rekenen met massa, mol en reacties
4 P + 5 O2 --> 2 P2O5

Normaal geven we de hoeveelheid van 1 stof. We gaan er dan vanuit dat van de andere beginstof er genoeg is

vb: we verbranden 62 g P tot P2O5 volgens bovenstaande reactie. (ga ervan uit dat er genoeg zuurstof is)

Slide 4 - Slide

Ik heb 60 fietsframes en 80 fietsbanden. Hoeveel fietsen kan ik maken?

Slide 5 - Open question

Ik heb 60 fietsframes en 80 fietsbanden. Hoeveel frames hou ik over?

Slide 6 - Open question

Conclusie
Een van beginstoffen is in overmaat.
Voor het bepalen van het product keken we de beginstof in ondermaat.

Slide 7 - Slide

Rekenen met massa, mol en reacties
4 P + 5 O2 --> 2 P2O5

We verbranden 62 g P tot P2O5, in aanwezigheid  van 70 g zuurstof volgens bovenstaande reactie. 

We moeten hierbij eerst weten hoeveel ervan hebben.

Slide 8 - Slide

Rekenen met massa, mol en reacties
4 P + 5 O2 --> 2 P2O5

P = 62 / 30,97 = 2,0 mol
O2 = 70 / 32 = 2,2 mol


Slide 9 - Slide

4 P + 5 O2 --> 2 P2O5
P = 2,0 mol O2 = 2,2 mol
Welke stof is in overmaat?
A
P
B
O2

Slide 10 - Quiz

4 P + 5 O2 --> 2 P2O5
P = 2,0 mol O2 = 2,2 mol

Hoeveel mol product kunnen we dus maken?
A
0,88
B
1,0
C
1,1
D
2,2

Slide 11 - Quiz

Overmaat
Indien van meerdere stoffen een waarde is gegeven moet je van alle stoffen de hoeveelheid stof (mol) uitrekenen.

Met de molverhouding controleer je dan welke stof in overmaat is (hou hier rekening met de molverhouding).

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Leren H4 rekenen aan reactie

Slide 13 - Slide