1.2 organen, weefsels, cellen

biologie 1.2 - pak je boek/laptop+schrift+agenda
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

biologie 1.2 - pak je boek/laptop+schrift+agenda

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Je kan de volgende begrippen uitleggen:

orgaanstelsel + voorbeelden + functie
* weefsel + voorbeelden + functie
* tussencelstof 




Slide 2 - Slide

aan de slag - in stilte! [20 min]
1) Lees paragraaf 1.2.
2) Maak zoveel mogelijk van opdracht 13 t/m 20.

KLAAR? Begin een begrippenlijst van 1.1 en 1.2.
                  vorm + functie  OF definitie + voorbeeld

DAARMEE KLAAR? Verder met 1.3! Lezen + maken opdr. 22 t/m 29

Slide 3 - Slide

Welke organisatieniveaus
weet je nog?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Welke uitvinding is op deze stekelnoot gebaseerd?

Slide 7 - Open question

Welk design is geïnspireerd op de ijsvogel?
A
een Japanse trein
B
een Duitse auto
C
een Amerikaans gevechtsvliegtuig
D
een Nederlandse ligfiets

Slide 8 - Quiz

Noem een design wat op een paardenbloempluis geïnspireerd kan zijn.

Slide 9 - Open question

vorm en functie
hangen altijd samen!

Slide 10 - Slide

bespreking huiswerk
orgaanstelsel 
* groep organen die samenwerken om een taak uit te voeren 
- geef een voorbeeld een ander teken in je begrippenlijst

weefsel

Slide 11 - Slide

Welke orgaanstelsels ken je?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

orgaanstelsels, organen, weefsels
orgaanstelsel 
* een groep organismen die samen aan een bepaalde taak werken 
- voorbeelden?

weefsel
* een groep cellen bij elkaar met dezelfde vorm en functie
- bijv. epitheelweefsel

Slide 14 - Slide

Welke andere typen
weefsels ken je?

Slide 15 - Mind map

tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
* het soort tussencelstof  is afhankelijk van de functie van het weefsel
- kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
- been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig

Slide 16 - Slide

Zoek een voorbeeld van biomimicry: het (deel van) organisme OF het product wat erop gebaseerd is.
Straks mag je het toelichten!

Slide 17 - Open question

Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Verteringsstelsel
B
Eetstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 18 - Quiz

In welke tekening is een weefsel aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

De slokdarm behoort tot het ...
A
Bloedvatenstelsel
B
Bottenstelsel
C
Verteringstelsel
D
Ademhalingstelsel

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het donkerbruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever

Slide 21 - Quiz

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 10 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 22 - Quiz

HW noteren! + exit ticket
Maandag (4h.biol2) of dinsdag (4h.biol1) moet 1.2 en 1.3 af zijn.
Schrijf het op. Doorstrepen kan altijd nog!


Slide 23 - Slide

Welke cel heeft cytoplasma?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 24 - Quiz

Is dit een dierlijke of plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 25 - Quiz

Geef deze les beoordeling.
A
Onvoldoende!
B
Voldoende.
C
Goed.
D
Zeer goed!

Slide 26 - Quiz

Leg je beoordeling uit:
Wat vond je goed? Wat kan er beter?

Slide 27 - Open question