What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Eindtoets chapitre 8
Eindtoets chapitre 8
-woorden oefenen
-werkwoorden oefenen
-zinnen oefenen
1 / 49
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
49 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Eindtoets chapitre 8
-woorden oefenen
-werkwoorden oefenen
-zinnen oefenen
Slide 1 - Slide
Wat is de vertaling van:
l´enfance
A
de kindertijd
B
de afkomst
C
de grens
D
de trektocht
Slide 2 - Quiz
Wat is de vertaling van:
draguer
A
toevoegen
B
versieren
C
bewaken
D
afdoen
Slide 3 - Quiz
Wat is de vertaling van:
un bracelet
A
een baan
B
het gewicht
C
een horloge
D
een armband
Slide 4 - Quiz
Wat is de vertaling van:
accès libre
A
rechtstreeks
B
in het hart van
C
vrije toegang
D
een tegenprestatie
Slide 5 - Quiz
Wat is de vertaling van:
le décalage
A
het gewicht
B
het tijdsverschil
C
de aansluiting
D
de gelegenheid
Slide 6 - Quiz
Wat is de vertaling van:
eigenaardig
A
gentil
B
bizarre
C
avantageux
D
le quai
Slide 7 - Quiz
Wat is de vertaling van:
het instappen
A
les frais
B
l´entreprise
C
la différence
D
l´embarquement
Slide 8 - Quiz
Wat is de vertaling van:
een kusje
A
un spectacle
B
un bisou
C
un quai
D
un conte
Slide 9 - Quiz
Wat is de vertaling van:
een baan
A
un atelier
B
la queue
C
un emploi
D
une poubelle
Slide 10 - Quiz
Wat is de vertaling van:
hopen
A
espérer
B
reprendre
C
enregistrer
D
promettre
Slide 11 - Quiz
Wat is de présent?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
toekomende tijd
Slide 12 - Quiz
Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op IR (présent)
A
is, is, it, issons, issez, issent
B
is, is, is, ons, ez, ent
C
is, it, it, isons, isez, isent
D
is, it, it, issons, issez, ont
Slide 13 - Quiz
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
dit zijn uitgangen van
A
De présent van ww op -ir
B
De présent van ww op -er
C
De présent van ww op -re
D
De présent van ww op -en
Slide 14 - Quiz
Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige ww. op RE (présent)
A
s, s, e, ons, ez, ent
B
s, s, t, ons, ez, ent
C
s,s, - , ons, ez, ent
D
s, s, -, ons, ez, ont
Slide 15 - Quiz
WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
il travailles
B
elle habitent
C
tu aimes
D
nous regardez
Slide 16 - Quiz
WW -er présent :
Welke vorm is juist?
A
je marchis
B
je regardis
C
tu marche
D
tu regardes
Slide 17 - Quiz
WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
il choisit
B
nous choisissent
C
vous choisit
D
ils choississez
Slide 18 - Quiz
WW -ir présent :
Welke vorm is juist?
A
je finis
B
je choisit
C
tu finissons
D
tu choisissez
Slide 19 - Quiz
Regelmatig ww op -re.
Nous ___ nos vêtements
A
vend
B
vends
C
vendent
D
vendons
Slide 20 - Quiz
Regelmatig ww op -re.
Il ___un bruit
A
entendt
B
entends
C
entend
D
entent
Slide 21 - Quiz
Wat is de passé composé?
A
o.t.t ( bijv. ik eet)
B
v.t.t ( bijv. ik heb gegeten)
C
o.v.t ( bijv. ik at)
D
o.t.t.t ( ik zal eten)
Slide 22 - Quiz
passé composé
A
stam+e,es,e,ons,ez,ent
B
stam nous-vorm + ais,ais,ait,ions,iez,aient
C
hele ww+ ai,as,a,ons,ez,ont
D
avoir/être + volt.dw stam+e,u,i
Slide 23 - Quiz
In de passé composé kan het hulpwerkwoord avoir of être zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
In de passé composé: wat is de uitgang van de ww op -re?
A
é
B
i
C
u
D
eigen vorm
Slide 25 - Quiz
Bij een passé composé met ’avoir’, moet ik bij het voltooid deelwoord een extra letter toevoegen
A
Vrai
B
Faux
Slide 26 - Quiz
Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais
Slide 27 - Quiz
tu (choisir = kiezen, passé composé)
A
as choisi
B
a choisi
C
est choisi
D
es choisi
Slide 28 - Quiz
elle (regarder = kijken, passé composé)
A
regardait
B
écoutait
C
a regardé
D
a regardée
Slide 29 - Quiz
vous (attendre = wachten, passé composé)
A
attendez
B
avez attendu
C
avez attendru
D
avons attendu
Slide 30 - Quiz
elles (rester = blijven, passé composé)
A
est restée
B
ont restée
C
est resté
D
sont restées
Slide 31 - Quiz
Welke tijd is de imparfait?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 32 - Quiz
IMPARFAIT. Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ai, as, a ons, ez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
e, es, e, ons, ez, ent
D
a, ez, ont, ais, et
Slide 33 - Quiz
imparfait finir
vous
A
finisiez
B
finiez
C
finissiez
D
finiriez
Slide 34 - Quiz
Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai
Slide 35 - Quiz
il (perdre, imparfait)
A
perdais
B
perdait
C
a perdu
D
perd
Slide 36 - Quiz
Vous changez --> imparfait
A
changerez
B
changez
C
changer
D
changiez
Slide 37 - Quiz
elle ____ (faire, présent)
A
faire
B
fais
C
fait
D
font
Slide 38 - Quiz
vous ____ (faire, passé composé)
A
avez fait
B
faites
C
faisiez
D
avez fairé
Slide 39 - Quiz
aller (présent)
elles
A
ont
B
font
C
sont
D
vont
Slide 40 - Quiz
il ... (prendre, présent)
A
prends
B
prend
C
pren
D
prene
Slide 41 - Quiz
Nous……..(prendre, passé composé)
A
avons prendru
B
prenons
C
prenons
D
avons pris
Slide 42 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 43 - Quiz
Vertaal: ik ben geweest
A
j´ai été
B
je suis été
C
je suis allé
D
j´etais
Slide 44 - Quiz
Vul de juiste vorm van être in imparfait:
Nous ________
A
étions
B
sommes
C
sommions
D
avons été
Slide 45 - Quiz
Vertaal: zij deed
A
elle fait
B
elle faisait
C
elle a fait
D
elle fairait
Slide 46 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in passé composé:
tu ________
A
as avoiré
B
a eu
C
as eu
D
avais
Slide 47 - Quiz
Vergeet niet de zinnen/expressions te leren!
Slide 48 - Slide
Ik ga een goed cijfer halen!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 49 - Poll
More lessons like this
Eindtoets chapitre 8
June 2021
- Lesson with
49 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Oefenen met ww herhaling tweede klas
September 2021
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Eindtoets chapitre 6
June 2021
- Lesson with
49 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Verbes -er, -ir, -re
August 2023
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Havo 3 oefenen met regelmatige ww verschillende tijden (s15)
October 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling ww in verschillende tijden H3d
January 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verbes -er, -ir, -re
June 2024
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Week 20 ww er/ir/re pr.pc,imp.
May 2024
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3