§4.2 en 4.3 - Herhaling

Molaire massa, mol en molariteit
Herhaling molaire massa
Herhaling chemische hoeveelheid mol
Herhaling molariteit

Via opgaven en YouTube

1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Molaire massa, mol en molariteit
Herhaling molaire massa
Herhaling chemische hoeveelheid mol
Herhaling molariteit

Via opgaven en YouTube

Slide 1 - Slide

De atoommassa en ionmassa zijn gelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Atoommassa en ionmassa
Een elektron heeft een verwaarloosbare massa en dus is de atoommassa gelijk aan de ionmassa (en is de ionmassa gelijk aan de atoommassa).

Slide 3 - Slide

Ik snap de begrippen chemische hoeveelheid en de eenheid "mol"
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Mol
Als je de begrippen (nog) niet goed begrijpt, kijk dan het filmpje op de volgende pagina. 
Als je de begrippen wel goed begrijpt, mag je doorgaan naar de volgende vraag.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat is de molaire massa van hexaanzuur?

C6H12O2
A
12,01gmol1
B
12,096gmol1
C
116,15gmol1
D
32gmol1

Slide 7 - Quiz

Wat is de molaire massa van hexaanzuur?

C6H12O2
612,01+121,008+216=116,156gmol1

Slide 8 - Slide

Molaire massa
Als je de vorige vraag fout had, lees dan het stukje over chemische hoeveelheid op blz 86 nog eens.
De atomaire massa is de massa per molecuul en die geef je met de eenheid "u".
De molaire massa is de massa van 1 mol stof en die geef je met de eenheid "g/mol".
Zie ook het filmpje op de volgende pagina's. (Het filmpje heb je misschien al gekeken voor het begrip "mol".)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat is de massa van 3,50 mol calciumchloride?
A
388,43 g
B
388 g
C
110,98 g
D
110 g

Slide 11 - Quiz

Wat is de massa van 3,50 mol calciumchloride?
De molaire massa M van CaCl2 is 110,98 g/mol.
De chemische hoeveelheid n is 3,50mol
De massa bereken je via m=n*M
m= 3,50*110,98 = 388,43 g = 388g (3 significante cijfers)

Slide 12 - Slide

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan "Omrekenen naar aantal mol" op blz 86 en 87 nog een keer. Kijk ook het filmpje op de volgende pagina. 
Als het aantal significante cijfers nog niet duidelijk is, lees je §4.1 nogmaals. 
Je kijkt ook het tweede filmpje over significante cijfers.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Hoeveel mol is 944,53 g glucose?
C6H12O6
A
180 mol
B
180,16 mol
C
5,24 mol
D
5,2428 mol

Slide 16 - Quiz

Hoeveel mol is 944,53 g glucose?
De molaire massa M van glucose is 180,156 g/mol.
De massa m is 944,53g
De chemische hoeveelheid bereken je via n=m/M
n=m/M = 944,53g/(180,156g/mol) = 5,2428mol (5 significante cijfers)
C6H12O6

Slide 17 - Slide

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan "Omrekenen naar aantal mol" op blz 86 en 87 nog een keer. Kijk ook het filmpje op de volgende pagina. 
Als het aantal significante cijfers nog niet duidelijk is, lees je §4.1 nogmaals. 
Je kijkt ook het tweede filmpje over significante cijfers.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

De concentratie glucose is 0,450M.
Hoeveel mol glucose zit er in 300ml?
A
0,45 mol
B
450 mol
C
0,135 mol
D
135 mol

Slide 21 - Quiz

De concentratie glucose is 0,450M.
Hoeveel mol glucose zit er in 300ml?
De concentratie (of molariteit) is 0,450M = 0,450 mol/L.
Het volume is 300ml = 0,300L
De chemische hoeveelheid bereken je door n=c*v
n=0,450mol/L * 0,300L = 0,135mol.

Slide 22 - Slide

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan de §4.3 nog een keer. 
Kijk ook de filmpjes op de volgende pagina's. 
Hier wordt de stof uitgebreider besproken dan in ons boek, maar kan wel enorm helpen als je het lastig vindt. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Er wordt 8,54g glucose opgelost in 750ml water. Wat is de [glucose]?
A
6,32102M
B
0,0632 M
C
18,156 M
D
18,2 M

Slide 26 - Quiz

Er wordt 8,54g glucose opgelost in 750ml water. Wat is de [glucose]?
De molaire massa van glucose (C6H12O6) is 180,156g/mol.
De massa is 8,54g
De chemische hoeveelheid n=m/M = 8,54g/(180,156g/mol) = 0,0474mol
Het volume v is 750ml = 0,750L
De molariteit c=n/v = 0,0474/0,750L = 0,0632M = 6,32*10^-2 M

Slide 27 - Slide

Berekening 
Als de berekening (nog) niet lukte, lees dan de §4.3nog een keer. 
Kijk ook de filmpjes op de volgende pagina's. 
Hier wordt de stof uitgebreider besproken dan in ons boek, maar kan wel enorm helpen als je het lastig vindt. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Er wordt 15,4g magnesiumchloride opgelost in 250ml water.
Wat is de [Cl-]?
A
0,162 M
B
0,323 M
C
1,29 M
D
95,21 M

Slide 31 - Quiz

Er wordt 15,4g magnesiumchloride opgelost in 250ml water. Wat is de [Cl-]?
De molaire massa van magnesiumchloride (MgCl2) is 95,21g/mol.
De massa is 15,4g
De chemische hoeveelheid n=m/M = 15,4g/(95,21g/mol) = 0,162mol MgCl2.
Maar per mol MgCl2, ontstaat er 2 mol Cl-. Dus 2*0,162=0,323mol Cl- ionen.
Het volume v is 250ml = 0,250L
De molariteit c=n/v = 0,323/0,250L = 1,29M Cl- --> [Cl-]=1,29M

Slide 32 - Slide