2. Invalshoeken

1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Invalshoeken:1
  • Manieren of benaderingswijzen om naar een maatschappelijk probleem te kij111en.

  • Probleem doorgronden:
​oorzaken en gevolgen ontdekken.

  • Er zijn vier invalshoeken​.

Slide 2 - Slide

Politiek-juridisch:
Voorbeeld vragen:
- Welk beleid en welke regelgeving bestaat er?
- Zijn er regels nodig om het probleem op te lossen?
- Wat zijn de politieke aspecten van dit probleem?
- Wat zijn de machtsmiddelen van de overheid en de verschillende maatschappelijke groeperingen?
- Wie/welke groeperingen heeft er ten aanzien van het probleem meer macht dan een ander/ andere groepering?
- Welke functie van politieke partijen vervullen politieke partijen bij de aanpak van het vraagstuk?
- Welke mogelijkheden hebben de groeperingen om het beleid te beinvloeden?-

Slide 3 - Slide

Politiek-juridisch:
Begrippen:
Actie- en pressiegroepen, algemeen belang, belangengroepen, dictatuur, parlementaire democratie, democratisering, gezag, grondrechten, grondwet, lobby, macht, machtsmiddelen, machtsverhouding, overheid, overheidsbeleid, politieke agenda, politieke grondrechten, vrijheidsrechten, politieke partijen politieke stromingen, rechtsstaat, regels en wetten & verzorgingsstaat. -

Slide 4 - Slide

Sociaal-economisch:
Voorbeeld vragen:
- Welke financieel-economische belangen of financiële aspecten zijn bij het probleem betrokken? 
- Wat zijn de belangen van de betrokken maatschappelijke groepen?
- Welke belangentegenstellingen liggen ten grondslag aan conflicten tussen belangenorganisaties?
- Wat is de maatschappelijke positie van betrokken groeperingen?
- Welke factoren bepalen de positie van bepaalde groepen op de arbeidsmarkt en/of in de samenleving?
- Wat is de relatie tussen belangen en de maatschappelijke positie?
- Wat is de relatie tussen het vraagstuk en maatschappelijke ongelijkheid?1

Slide 5 - Slide

Sociaal-economisch:
Begrippen:
Arbeidsverhoudingen, werkgevers- en werknemersorganisaties, belasting, belastingstelsel, belangenorganisaties, commercialisering, commerciële belangen, functies van arbeid, sociale ongelijkheid, arbeidsverdeling, sociale mobiliteit, maatschappelijke positie, maatschappelijke ladder, marktmechanisme, verzorgingsstaat. 1

Slide 6 - Slide

Sociaal-cultureel:
Voorbeeld vragen:
- Wat zijn de opvattingen, waarden, normen van de betrokken maatschappelijke groepen over de aard van het maatschappelijke probleem of oplossingen?
- Welke opvattingen hebben politieke partijen en stromingen?
- Wat is de rol van de (sub)culturen van groeperingen en de samenleving?
- Wat is de rol van de media bij het ontstaat van meningen en bij het ontstaan van de beeldvorming?1

Slide 7 - Slide

Sociaal-cultureel:
Begrippen:
Beeldvorming, cencuur, dominante cultuur, subcultuur, integratie, identiteit, manipulatie, massamedia, massacommunicatie, mensenrechten, grondrechten, multiculturele samenleving, waarden, normen, objectiviteit, referentiekader, selectieprocessen media, socialisatie, socialisatoren, stereotypering, subjectiviteit, vooroordeel.11

Slide 8 - Slide

Veranderings- en vergelijkend:
Voorbeeldvragen:
- Hoe keek men in het verleden tegen het probleem aan? Welke sociale, culturele, politieke en sociaaleconomische veranderingen zijn van invloed geweest?
- Hoe kijkt met in andere samenlevingen tegen het vraagstuk aan?11111

Slide 9 - Slide

Aan het werk!
Beschrijf nu je maatschappelijke vraagstuk vanuit alle invalshoeken. 

Slide 10 - Slide