H2.4 B1HV Dichtheid (Les 2)

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
  1. Zelfstandig:                                  -                      
  2. Klassikaal:                                       -Drijven/zinken/zweven               -Weerballon                                  
  3. Zelfstandig:                                    -Opdracht 7 t/m 13                                                      

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling H2.3
Herhaling H2.4

Slide 3 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Leerdoelen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 4
Bereken de dichtheid van de stoffen waarvan voorwerpen uit de figuur gemaakt zijn, op één cijfer achter de komma.




STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 4
1. Gegevens


2. Gevraagd 

3. Berekening 



STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 4
1. Gegevens


2. Gevraagd 

3. Berekening 



STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 4
1. Gegevens


2. Gevraagd 

3. Berekening 



STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Huiswerk
Opdracht 4
Bereken de dichtheid van de stoffen waarvan voorwerpen uit de figuur gemaakt zijn, op één cijfer achter de komma.




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 6
Bereken de dichtheid van de stoffen waarvan deze voorwerpen gemaakt zijn, op één cijfer achter de komma. Schrijf de hele berekening op.



STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 6a
Bereken de dichtheid van de stoffen 
1. Gegevens


2. Gevraagd

3. Berekening



STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 6b
Bereken de dichtheid van de stoffen 
1. Gegevens


2. Gevraagd

3. Berekening
STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Huiswerk
Opdracht 6c
Bereken de dichtheid van de stoffen 
1. Gegevens


2. Gevraagd

3. Berekening
STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Huiswerk
Opdracht 4
Bereken de dichtheid van de stoffen waarvan voorwerpen uit de figuur gemaakt zijn, op één cijfer achter de komma.




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Opdracht 1 
Reken om:

3,85 m                  = .....   dm
7,89 cm                = .....   mm
0,0009 km          = .....   m
12 mL                    = .....   cm³ 





Opdracht 2
Bereken de inhoud van een cilinder in dm³ als de hoogte = 60 cm en de diameter = 7 dm





MAAK IN STILE EN ALLEEN
Opdracht 0
Schrijf in één zin op wat dichtheid is

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Opdracht: 
Reken om:

3,85 m                  = 38,5 dm
7,89 cm                = 78,9 mm
0,0009 km           = 0,9 m
12 mL                     = 12 cm³ 





Opdracht 2
Bereken de inhoud van een cilinder in dm³ als de hoogte = 60 cm en de diameter = 7 dm
Gegevens
h = 60 cm    ->   h = 6 dm
d = 7 dm       ->   r = 7/2 = 3,5 dm
Gevraagd
V = ... dm³
Berekening
V = π ⋅ r² ⋅ h
V = π ⋅ 3,5² ⋅ 6 = 23,1 dm³
V = 23,1 dm³






De massa van 1 cm³ van een stof.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Oefening:
Een cilinder heeft een diameter van 12 mm en een hoogte van 9,0 cm
    a. Bereken het volume van de cilinder in cm³ 

De cilinder heeft een massa van 107 gram
    b. Bereken de dichtheid van de cilinder

    c. Van welke zuivere stof denk jij dat de cilinder gemaakt is?




STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening
MAAK IN STILE IN 2-TALLEN
Maak de uitwerking perfect volgens het stappenplan!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Oefening:
Een cilinder heeft een diameter van 12 mm en een hoogte van 9,0 cm
    a. Bereken het volume van de cilinder in cm³  

De cilinder heeft een massa van 107 gram
    b. Bereken de dichtheid van de cilinder

    c. Van welke zuivere stof denk jij dat de cilinder gemaakt is?




dichtheid=volumemassa
ρ=Vm
EXTRA
Een kubus heeft een massa van 23 gram en een dichtheid van 7,8 g/cm³. 
Bereken het volume van de kubus
Klaar? 
Maak de extra opdracht

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Oefening:
Een cilinder heeft een diameter van 12 mm en een hoogte van 9,0 cm
    a. Bereken het volume van de cilinder

De cilinder heeft een massa van 107 gram
    b. Bereken de dichtheid van de cilinder

    c. Van welke zuivere stof denk jij dat de cilinder      gemaakt is?




dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Oefening:
Een cilinder heeft een diameter van 12 mm en een hoogte van 9,0 cm
    a. Bereken het volume van de cilinder in cm³  
Gegevens


Gevraagd

Berekening





dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Warming-Up
Oefening: 
De cilinder heeft een massa van 107 gram
    b. Bereken de dichtheid van de cilinder 
Gegevens


Gevraagd

Berekening





dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
Oefening: 
De cilinder heeft een massa van 107 gram
    b. Van welke zuivere stof denk jij dat de cilinder gemaakt is?

Dichtheid = 10,5 g/cm³






dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Warming-Up
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm
EXTRA
Een kubus heeft een massa van 23 gram en een dichtheid van 7,8 g/cm³. 
Bereken het volume van de kubus
Gegevens


Gevraagd

Berekening





Slide 23 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
1. Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm heeft een massa van 163,2 gram. Bereken de dichtheid van het blokje. 
 
2. Een cilinder met een straal (r) van 4,0 cm en een hoogte (h) van 6,0 cm heeft een massa van 2,11 kg. Bereken de dichtheid van de cilinder.

3. Evelien heeft in haar tuin een romeinse munt gevonden. Ze wil graag weten waarvan deze munt is gemaakt. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Kan jij achterhalen van welk materiaal deze munt is gemaakt?

 

STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
1. Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm heeft een massa van 163,2 gram. Bereken de dichtheid van het blokje. 









3,4 g/cm³

 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
2. Een cilinder met een straal (r) van 4,0 cm en een hoogte (h) van 6,0 cm heeft een massa van 2,11 kg. Bereken de dichtheid van de cilinder









7,0 g/cm³


 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken
  • Drijven: dichtheid kleiner dan water
  • Zinken: dichtheid groter dan water
  • Drijven: dichtheid gelijk aan water

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
EXTRA weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
Weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?
  • Dichtheid Helium (ρ = 0,000 178 g/cm3). 
  • Een ballon stijgt op als de dichtheid ervan kleiner is dan die van lucht: (ρ = 0,001 293 g/cm3).

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

...
Tekst

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

...
Tekst

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 43 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 44 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 45 - Slide

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Aan de slag!
  1. Zelfstandig:                                 -3 Bruggen testen                        -Oefenen  
  2. Klassikaal:                                       -Drijven/zinken/zweven               -Weerballon                                 
  3. Zelfstandig:                                   -Practicum                                    -Opdracht 7 t/m 13                                                      

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 48 - Open question

This item has no instructions