Subcutaan injecteren

1 / 35
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolMBOLeerjaar 1Studiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • het medicijn werkt sneller bij een injectie (bijvoorbeeld bij pijnklachten, allergische reactie)
  • bij braken of diarree
  • soms is het medicijn alleen per injectie toe te dienen
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond mag innemen ( darmoperatie, slikklachten)
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond kan nemen (bewustzijnsdaling, tijdens operatie)
  • als er een constante spiegel in het bloed nodig is (bijvoorbeeld antibiotica, insuline, morfine)
Redenen waarom je een medicijn per injectie geeft:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

subcutaan=onder de huid
intraveneus=in de ader
intramusculair=in de spier
intracutaan = in de bovenste huidlaag
Vormen van injectie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Kant en klare injectie
luchtbel niet verwijderen  
Kant en klare injecties
Luchtbel niet verwijderen

Slide 8 - Slide

De luchtbel zorgt ervoor dat alle medicatie gespoten wordt en er niets achterblijft in de naald
Injectie klaarmaken
Pas de regel van 5 toe 
ampul of flacon 
water voor injectie 
zwenken

Slide 9 - Slide

Regel van 5:
  • juiste cliënt
  • juiste medicijn
  • juiste toediening
  • juiste dosering
  • juiste tijd

complicaties subcutaan injecteren 

● hematoom
● allergische reactie op de medicatie
● infectie door onvoldoende hygiënisch werken
● flauwvallen bij prikangst

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

veiligheidsnaald
naaldenbekers

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

EN ALTIJD MELDEN !! 

Bij een prikaccident komt er bloed (of andere lichaamsvloeistof) van de ene persoon in het lichaam van de ander. Ook snij-, bijt- of spatongevallen vallen onder de noemer ‘prikaccident’. In deze training beperken we ons tot de echte prikaccidenten, die kunnen gebeuren bij het injecteren. Er zijn heel wat maatregelen die je kunt nemen om prikaccidenten te voorkomen. Als je toch een prikaccident meemaakt, moet je direct een protocol volgen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Huidplooi techniek: 90 of 45 graden

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

insulinepen
  • Veel gebruikt
  • Houder en insulineampul (wegwerp of hervulbaar)
  • Hoeveelheden in I.E.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

insulinepen 
  • Klikgeluidje bij instellen  I.E. (slechtzienden)
  • Blokkeert als ampul leeg is.
  • Zeer dun naaldje
  • Loodrecht in onderhuidsbindweefsel 
  • 5 -10 seconden wachten met verwijderen naald

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Insulinepen 
Zonder naaldje bewaren (i.v.m. lekken en veranderen concentratie insuline)
Mengen van insuline voor elk gebruik
Maak de pen klaar voor gebruik volgens de gebruiksaanwijzing. 
Ontluchten met min. 2IE 




Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Insulinepen 
De ampul in de insulinepen blijft na opening een maand houdbaar.
De pen kan op kamertemperatuur bewaard worden. De voorraad insuline in de koelkast (niet vriezer) bewaren. 
Naalden 1-malig gebruiken
Naalden in container

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

waar of niet waar:
Spuitplekken heet ook wel "Lipodystrofie"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn aandachtspunten voor het injecteren?
A
een insulinepen is voor strikt individueel gebruik
B
injecteer nooit in een beschadigde huid
C
schud de insulinepen met troebel insuline minstens 10x
D
door minimaal 2 eenheden weg te spuiten controleer je de insulinepen en de naald

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Prikplaats
de buik, naast of rond de navel (voorkeur), houdt altijd 3 vingers afstand rond de navel.
de bovenkant van de bovenbenen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Kies een plek om te prikken:
de buik, naast of rond de navel (voorkeur), houdt altijd 3 vingers afstand rond de navel.
de bovenkant van de bovenbenen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Injectienaalden
  • Diverse lengtes en diktes​ 
  • Kleuren zeggen iets over de diameter (Gauge) van de naald​ 
  • Voor elke injectiemethode gebruik je andere lengte en diameter​
  • Lengte is ook afhankelijk van de zorgvrager
  • Gebruik van veilige naalden is verplicht​
  • ​Zie schema op Vilans​


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Kant en klare spuiten

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Subcutaan loodrecht

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Subcutaan huidplooitechniek

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Slide 33 - Link

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Optrekken uit ampul
Subcutaan injecteren met spuit en naald
Insulinepen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Link

This item has no instructions