H5 Injecteren 2

H5

Medicijnen toedienen

per injectie

(Expert)


1 / 44
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H5

Medicijnen toedienen

per injectie

(Expert)


Slide 1 - Slide

Waarom geven we medicatie buiten het maag-darmkanaal om ( in dit geval per injectie)?

Slide 2 - Slide

Wat zijn de 5 J's?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Injecteren
  • = inspuiten
  • met een spuit en holle naald
  1. intracutaan (in huid)
  2. subcutaan (in onderhuidsbindweefsel) -> max 2ml
  3. intramusculair (in spier) -> max 15ml
  4. intraveneus (in een ader ) -> geen max
  • wet-BIG: voorbehouden handelingen
  • instellingsprotocol altijd bestuderen

Slide 5 - Slide

Regels bij toedienen
  • Heeft dubbel controle plaatsgevonden (evt herberekening bij oplossing)?
  • Hoe staat de ZV tegenover het medicijn?
  • Wat weet de ZV over het medicijn? (1ste keer of al vaker, bijwerkingen)
  • Wat kan je nog uitleggen over de handeling?
  • Zijn er lich. bijzonderheden (mager, zwaar, littekens, blauwe plekken, ok's, verlammingen, huidafwijkingen, shunt)

Slide 6 - Slide

materiaal
  • handhygiene, arm/handsieraden
  • recept duidelijk, nog iets berekenen?
  • ongestoord werken en controleur aanwezig
  • weet je voldoende over medicijn? voorzorgsmaatregelen?
  • Welke injectie techniek?
  • juiste materialen beschikbaar (verschil im/sc materiaal)?
  • wel/ niet ontluchten

Slide 7 - Slide

Klaarmaken injectie
  • 5 keer juist regel (juiste medicijn, juiste ZV, juiste hoeveelheid, juiste toedieningsvorm, juiste moment)
  • nauwkeurig  hoeveelheid berekenen
  • werk zo steriel mogelijk
  • gebruik een optrek naald en injectie naald correct

Slide 8 - Slide

Klaarmaken injectie 2
  • trek correcte hoeveelheid op
  • verpakking vloeistof pas na injectie in naaldencontainer
  • verwisselen optreknaald niet via naaldencontainer (contaminatie conus)
  • laat medicijn, berekening inj. spuit met medicijn controleren door collega

Slide 9 - Slide

Met medicatie bij ZV
  • Controleer de identiteit van de ZV, leg uit wat je komt doen, leg uit wat doel injectie is, vraag toestemming
  • na plaatsbepaling -> controleren van de huid
  • werk zo schoon mogelijk (wel/niet desinfecteren huid)

Slide 10 - Slide

Met medicatie bij ZV 2
  • waarschuw ZV als prik eraan komt (mits dit is gewenst)
  • steek niet tot aan plastic (ivm breken naald)
  • controleer raken bloedvaatje

Slide 11 - Slide

Nadelen injecteren
  • de behandeling kost tijd
  • pijnlijk
  • ontstaan van irritatie of infectie
  • beschadiging van de bloedvaten + zenuwen
  • weefselbeschadiging als er steeds op dezelfde plek wordt geïnjecteerd

Slide 12 - Slide

Nadelen injecteren 2
Bij IM
  • Beschadiging botweefsel(Periost)
Bij IV:
  • Infectie gevaar(flebitis)
  • Hematoom
  • Nabloeding

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

insulinepen
  • Veel gebruikt
  • Houder en insulineampul (wegwerp of hervulbaar)
  • Hoeveelheden in I.E. 
  • speciale veiligheidsnaald bij voorkeur 4, 5, 6mm, maar ook langere)
  • zelfcontrole is belangrijk.

Slide 18 - Slide

insulinepen 2
  • Klikgeluidje bij instellen  I.E. (slechtzienden)
  • Blokkeert als ampul leeg is.
  • Zeer dun naaldje
  • Loodrecht in onderhuidsbindweefsel 
  • Minimaal 5 seconden wachten met verwijderen naald

Slide 19 - Slide

Insulinepen 3
Zonder naaldje bewaren (i.v.m. lekken en veranderen concentratie insuline)
Mengen van insuline voor elk gebruik
Maak de pen klaar voor gebruik volgens de gebruiksaanwijzing. 
Ontluchten met min. 2IE 
Juiste naaldlengte



Slide 20 - Slide

Insulinepen 4
De ampul in de insulinepen blijft na opening een maand houdbaar.
De pen kan op kamertemperatuur bewaard worden. De voorraad insuline in de koelkast (niet vriezer) bewaren. 
Naalden 1-malig gebruiken
Naalden in container

Slide 21 - Slide

Hoeveel ml mag maximaal SC geïnjecteerd worden?
A
1 ml
B
2ml
C
3ml
D
4ml

Slide 22 - Quiz

Waar mag niet SC geïnjecteerd worden?
A
rond de navel
B
tussen pols en elleboog
C
tussen heup en knie
D
op de bil

Slide 23 - Quiz

Insuline moet altijd in de koelkast bewaard blijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

IM injectie
Waar?
Bij IM injecties vindt de inspuiting (injectie) plaats in spierweefsel.
De vloeistof wordt sneller (binnen 15-20 minuten) in de bloedsomloop op genomen dan een SC injectie. Injecteren in de spier kan pijnlijk zijn. Help de ZV de spier te ontspannen (wiebelen tenen/vingers) 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Geschikte plekken IM injectie
Dijbeenspier(musculus rectus femoris)
Grote bilspier(musculus glataeus maximimus)
Deltaspier bovenarm(musculus deltaoidus)

Slide 28 - Slide

buitenste bovenste kwadrant

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

IM injecteren

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Welke 2 manieren van injecteren mag je als mbo-v student uitvoeren?
A
intracutaan
B
subcutaan
C
intramusculair
D
intraveneus

Slide 36 - Quiz

Hoeveel ml mag je in 1 keer subcutaan injecteren?
A
0-0,5 ml
B
0-1,0 ml
C
0-1,5 ml
D
0-2,0 ml

Slide 37 - Quiz

Hoeveel ml mag je in 1 keer I.M. injecteren?
A
tot 2,5 ml
B
tot 15 ml
C
tot 5 ml
D
tot 10 ml

Slide 38 - Quiz

Waarom moet je optreknaald met je handen verwijderen?
voorkomen prikaccident
contaminatie van de conus
om geen vloeistof kwijt te raken

Slide 39 - Drag question

Wat is een contra-indicatie voor een injectieplaats?
Hematoom
Shunt
Beharing
Oude tatoeage
Moedervlek
Verlamming
Huidafwijkingen
Lymfekliertoilet
Bouw zorgvrager

Slide 40 - Drag question

S.C.  of  I.M.
S.C.
I.M.
insuline pen
max 15 ml
loodrecht, schuin
loodrecht
bovenbeen, bil, boven arm
niet bijtende vloeistoffen
Pijnlijker
onderhuisbind-weefsel

Slide 41 - Drag question

Injectieplaats Intra Veneus
Elleboogplooi
Onderarm
Handrug
Voetrug
Via een infuussysteem
Hoek ten opzichte van huid is 25-30o
 Naald 4-6 mm inbrengen dan aspireren
Bij benodigdheden ook drukverband

Slide 42 - Slide

Injectieplaats Intra Veneus

Slide 43 - Slide

Huiswerk
Niveau 3: maken en lezen hoofstuk 5  
Meneer Megens: blz 34 + 35 + 37 + 38 + 40 + 42 + 44 (voor woensdag 28-10-2020) zelf doornemen van deze presentatie en vragen stellen tijdens de volgende les

Niveau 4: maken en lezen hoofdstuk 5  
Meneer Megens: blz 28 + 30 + 32 + 34 + 35 + 37 + 38 (voor maandag 26-10-2020) zelf doornemen van deze presentatie en vragen stellen tijdens de volgende les

Slide 44 - Slide