Tekstbegrip - Onderwerp en hoofdgedachte

Wat leer ik in deze les?

* Je leert het onderwerp en de hoofdgedachte uit een tekst/luisterfragment halen.

* Je leert de structuur van de tekst in volgorde te zetten.

* Je leert informatie uit een tekst te halen.


1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Wat leer ik in deze les?

* Je leert het onderwerp en de hoofdgedachte uit een tekst/luisterfragment halen.

* Je leert de structuur van de tekst in volgorde te zetten.

* Je leert informatie uit een tekst te halen.


Slide 1 - Slide

Even herhalen...
In de volgende slide zie je een filmpje over onderwerp en hoofdgedachte.

Bekijk het filmpje HELEMAAL.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

STAP 1
* Bekijk de teksten en lees ze.

* Beantwoord daarna de vragen.

TIP: Je kan met je pijltjes altijd teruggaan naar de teksten.

Slide 4 - Slide

Tekst 1

Slide 5 - Slide

Tekst 2

Slide 6 - Slide

Tekst 3

Slide 7 - Slide

Tekst 4

Slide 8 - Slide

Tekst 5

Slide 9 - Slide

Waarover gaan al deze teksten?

Slide 10 - Open question

Wat moet ik doen?


Wat willen de schrijver hierover zeggen?  --> Plaats het nummer van de tekst bij de passende uitspraak.

Slide 11 - Slide

Konijn kun je op verschillende manieren klaarmaken.

Slide 12 - Open question

Een konijn kun je in een hok of los in de tuin houden.

Slide 13 - Open question

Waar kun je een konijn kopen?

Slide 14 - Open question

Wat zijn de kenmerken van een konijn?

Slide 15 - Open question

Konijn te koop!

Slide 16 - Open question

STAP 2
* Lees de tekst.

* Noteer bij elke tekst wat het onderwerp is (waarover gaat de tekst?).

* Noteer bij elke tekst wat de hoofdgedachte is (wat wil de schrijver vertellen over het onderwerp?).

Slide 17 - Slide

CHIPS UITGEVONDEN
Chips werden per toeval uitgevonden door een kok in New York in 1853. Een klant in zijn restaurant vond de gebakken aardappelschijfjes niet dun genoeg. Hij stuurde ze terug naar de keuken. De kok sneed ze dunner. De veeleisende gast was niet vlug tevreden. Hij vond de schijfjes nog te dik. De kok werd erg boos. Hij sneed de aardappelen dan in erg dunne schijfjes. Hij bakte de flinterdunne plakjes in olie en diende ze op. Tot zijn verbazing vond de klant de schijfjes buitengewoon lekker, een echte delicatesse.

Slide 18 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Een restaurant in New York.
B
Een kok in New York.
C
De uitvinding van chips.

Slide 19 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
De meeste gasten hebben liever dunne aardappelschijfjes.
B
Chips werden per toeval uitgevonden door een kok in New York.
C
Chips zijn een echte delicatesse.

Slide 20 - Quiz

STAP 3
* Bekijk het filmpje.

* Beantwoord de vragen.

TIP: Je kan het filmpje elke keer opnieuw bekijken!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Waarover gaat de tekst (= wat is het onderwerp?) ?

Slide 23 - Open question

Wat is het doel van het filmpje?
A
instructies geven
B
informeren
C
ontroeren
D
overtuigen

Slide 24 - Quiz

Wat moet ik doen?
* Ik ga telkens een zin geven en jij moet zeggen of dit een hoofdzaak of een bijzaak is.

HOOFDZAAK = echt belangrijk om te weten

BIJZAAK = niet echt belangrijk

Slide 25 - Slide

De meneer uit het filmpje heet Stephan.
A
HOOFDZAAK
B
BIJZAAK

Slide 26 - Quiz

Het afwasmiddel maakt het effect van een uitbarsting mogelijk.
A
HOOFDZAAK
B
BIJZAAK

Slide 27 - Quiz

Er kunnen koeien en dorpjes worden toegevoegd aan de helling van je vulkaan.
A
HOOFDZAAK
B
BIJZAAK

Slide 28 - Quiz

Er zit natriumbicarbonaat in het zuiveringszout.
A
HOOFDZAAK
B
BIJZAAK

Slide 29 - Quiz

Wat moet ik doen?
* Is de stelling waar, niet waar of gewoon niet gezegd in het filmpje? 

* Denk goed na en bekijk het filmpje nog een keer!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Er wordt azijn gebruikt in het experiment.
A
WAAR
B
NIET WAAR
C
NIET VERMELD

Slide 32 - Quiz

Je mag ook koud water gebruiken voor het experiment.
A
WAAR
B
NIET WAAR
C
NIET VERMELD

Slide 33 - Quiz

Er wordt een reactie tussen zout en zoet gecreërd.
A
WAAR
B
NIET WAAR
C
NIET VERMELD

Slide 34 - Quiz

In de lijst van benodigdheden wordt een plastic fles vermeld.
A
WAAR
B
NIET WAAR
C
NIET VERMELD

Slide 35 - Quiz

Er zijn maar 2 druppeltjes zeep nodig voor een enorme uitbarsting.
A
WAAR
B
NIET WAAR
C
NIET VERMELD

Slide 36 - Quiz

Geef mij de overige stappen die de meneer in het filmpje uitvoert:
STAP 1: Doe warm water in een beker.
................... (stap 2, stap 3, stap 4, stap 5, stap 6)
STAP 7: Doe het azijn erbij.

Slide 37 - Open question

Hoe vond jij deze les? Slepen maar!
Reflectie
Ik vond deze les ...

HEEL LEUK
WEL LEUK
LEERZAAM
MOEILIJK

Slide 38 - Drag question

Klaar!

Slide 39 - Slide