Grammatica woordsoorten les 1: blw, olw, zn, bn

Grammatica woordsoorten les 1: blw, olw, zn, bn
Welkom klas 3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Alle telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift en je boek Nederlands
Stap 3: Log in LessonUp met je eigen naam.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica woordsoorten les 1: blw, olw, zn, bn
Welkom klas 3C
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Alle telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift en je boek Nederlands
Stap 3: Log in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Doel van de les: Ik kan het bepaald lidwoord, onbepaald lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord herkennen en benoemen in een zin.
Wat gaan we doen?
  • Planning: Welke woordsoorten moet je weten?
  • Wat weet je nog wel?
  • Korte uitleg
  • Huiswerk: Classroom boekje Les 1: blw, olw, zn, bn

Slide 2 - Slide

Noem alle lidwoorden

Slide 3 - Open question

Welk(e) lidwoord is onbepaald?
A
De, het
B
Het
C
Een
D
De

Slide 4 - Quiz

Welk(e) lidwoord(en) zijn bepaald?
A
De en het
B
Het en een
C
De en een
D
Een

Slide 5 - Quiz

Geef voorbeelden van een zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Mind map

Benoem de zelfstandige naamwoorden in de zin: De leerlingen van deze klas kunnen erg aardig zijn.

Slide 7 - Open question

Benoem het/de zelfstandige naamwoord(en) uit de zin: Deze nieuwe bril van Gucci staat Elisa geweldig!

Slide 8 - Open question

Leg in eigen woorden uit wat een bijvoeglijk naamwoord en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 9 - Open question

Benoem het bn uit deze zin: De leerling van klas 3 schijnen erg aardig te zijn.

Slide 10 - Open question

Benoem de (stoffelijk) bn in de zin: Mijn opa heeft een diamanten ring uitgezocht die oma vast mooi vindt.

Slide 11 - Open question

Uitleg
Bepaald lidwoord: De, het.
Onbepaald lidwoord: Een
Zelfstandig naamwoord: Woorden waar je de, het of een voor kunt doen + namen (Buitenpost, Els, Nike, Ajax)
Bijvoeglijk naamwoord: Zegt iets van een zelfstandig naamwoord. Het kan ook achter staan.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: Bijvoeglijk naamwoord van een materiaal: de houten tafel

Slide 12 - Slide

Aan het werk
Maken: Boekje Google Classroom: Les 1
Leren: aantekeningen LessonUp.
Klaar? Leren voor een ander vak. Stoor anderen niet.

Slide 13 - Slide