Grammatica

Grammatica
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Grammatica

Slide 1 - Slide

Samen Lezen
Groep A: Shahyan, Yamen, Artur,  Mohammed, Ahmad, Bana
Groep B: Halez, Herivan, Slar, Shaimae, Ali, Lojain,




Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Wat gaan we doen?
-inoefening mv en ev
-inoefening ww zijn en hebben
-zelf bezig met eenvoudige grammatica (schrift)

Slide 5 - Slide

Peter leest een boek op school.
Peter leest een boek.
Wie? Peter
Wat doet hij? Leest een boek
Waar?  Op school Wanneer?..........

Slide 6 - Slide

Enkelvoud vs Meervoud
praat-praten
werk-werken
loop -lopen
kijk-kijken
zie- zien en ga-gaan

Slide 7 - Slide

Vul het juiste werkwoord in
Ik.............een boek (lezen)
Jij.............een zak chips (kopen)
Wij.............naar de gymzaal. (lopen)
Jullie...............naar huis. (gaan)


Slide 8 - Slide

Vul het juiste werkwoord in:
Peter................in zijn schrift. (schrijven)
Zij..............haar tas  op school. (vergeten)
Wij................de toets (maken)
Jullie...........op een voldoende. (hopen)

Slide 9 - Slide

Zijn of hebben
Hij...............50 jaar.
Jullie ...................een mooie auto.
Mohamed.........veel geld.
Jij...............weinig vrienden.

Slide 10 - Slide

zijn en hebben
Wij..............heel blij.
Jullie.................een toets vandaag.
Hij..............geen zin vandaag.
Jij................een topper!

Slide 11 - Slide

Maak de vraag zinnen
...............jij een auto? (kopen)
................. jij vandaag vrij? (zijn)
.....................jij naar de gymzaal? (gaan)
....................jij veel geld? (hebben)

Slide 12 - Slide

Hebben (VT)
Zij.............een mooie jurk aan deze week. (hebben)
Jullie...............een goede leraar vorig jaar. (hebben)
Hij..............een goed cijfer vorige week. (hebben)
Wij..............gisteren veel huiswerk. (hebben)

Slide 13 - Slide

Zijn (VT)
Ik................gisteren jarig. (zijn)
Hij................hier vorige week nog op school. (zijn)
Wij...................de hele dag op school. (zijn)
Een maand geleden  ....................ze nog in Nederland. (zijn)

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Maak les 3; oefening 8
Maak les 9,10,11,12 oefening 27 t/m 36
Maak les 23,24 oefening 72,73,74,75
Maak les 25,26,27,28
Maak les 29 t/m 36

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

les 4
Grammatica

Slide 17 - Slide

Samen Lezen
Groep A: Shahyan, Yamen, Artur, Lojain, Idil
Groep B: Halez, Herivan, Slar, Shaimae, Ali, Anton, Yehor




Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 18 - Slide

Wat gaan we leren?
-Herhaling:
*wat zijn werkwoorden
*enkelvoudig en meervoudige werkwoorden
-werkwoorden zijn en hebben (kunnen gebruiken)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

werkwoorden

Slide 22 - Mind map

Wat gaan we doen?
-bekijk de video (klas)
-inoefening online in schrift(klas)
-maak de oefeningen op papier
*maak de oefeningen online (extra)
-verder met eenvoudige grammatica (boek en schrift)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Je/Jij erachter (vraagzin) 0ef. 30
.....................jij? (kopen)
.....................jij? (werken)
......................jij? (schrijven)
......................jij? (gaan)
.....................jij? (vragen)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Slide