Les 3: Vloeren

Vloeren
woningbouw en utiliteitsbouw
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BouwkundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Vloeren
woningbouw en utiliteitsbouw

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

positief - negatief moment
Aspecten van het moment:
- M = F*a waarbij a de arm is, de afstand; eenheden (k)Nm = (k)N * m
- het punt wordt draaipunt (D) genoemd
- de kracht (F) wordt uitgeoefend op het lichaam op een bepaalde afstand van het draaipunt
- de arm is de afstand (a) van het draaipunt tot de werklijn van de kracht
- heeft een lichaam onder werking van een kracht de neiging tegen de wijzers van de klok in te draaien ("linksom"), dan wordt het moment van die kracht negatief gerekend; bij de neiging tot draaiing met de wijzers van de klok mee ("rechtsom") is sprake van een positief moment; zie ook de opmerking verderop.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Verdeling
De paragrafen uit het boek worden onder de Duo’s verdeeld.
Duo 1: § 21.3 § 21.3.1. § 21.3.2. vloeren op zand gestort (oplossing voor installaties) en vrijdragend.
overzicht maken van beide systemen. 
Duo 2: § 21.3.2.d kanaalplaatvloer en ribcassettevloer
Duo 3: § 21.3.2.b en § 21.3.2.g betoncassettevloer en bollenplaatvloer
Duo 4: § 21.3.2.e breedplaatvloer en betonkernactivering
Duo 5: § 21.3.2.f combinatievloer (twee systemen beton en aluminium liggers) en betonbroodjes. 
Duo 6: Druklaag, afwerkvloer en vloerverwarming (zie site: joostdevree.nl) inclusief de materialen. Bij welke type-vloeren wordt het toegepast (zie de vloeren hierboven).  

Slide 28 - Slide

Opdracht
Als duo bestuderen jullie het gekozen onderdeel. Je maakt daarvan een presentatie (met veel foto's). Je kan antwoord geven op de volgende vragen:
- wat is het voor een vloer - wat zijn de eigenschappen.
- is het een geïsoleerde vloer of is het ongeïsoleerd vloer (wat zijn de isolatiewaarden van de vloeren - lambda waarden λ)
   (Warmteweerstand R van een stuk materiaal = dikte laag / lambda-waarde)
- hoe zit de doorsnede eruit.
- hoe wordt het aangebracht.
- stabiliteit - sparingen. hoe aanbrengen en waar. 
- wanneer wordt het toegepast. Bij welk gebouw wordt het toegepast en waarom?
- wanneer is het een begane grondvloer en wanneer is het een verdiepingsvloer. 
- zijn er voorzieningen nodig wanneer de vloeren worden geplaatst.
- zijn er meerdere typen (kijk bij fabrikanten).
- welke vloer is voordeliger t.o.v. de andere vloer. 
- welke fouten worden gemaakt bij het toepassen van de vloeren. Welke problemen zijn er (hiervan kan je leren). 
- enz.



Slide 29 - Slide

volgende les
Klas wordt gedeeld in 2x2groepen. Dus de duo's worden gesplitst. Jullie gaan vervolgens elkaar uitleggen (d.m.v de ppt) wat je hebt uitgezocht. Jullie gaan elkaar ook vragen stellen. 

Slide 30 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 31 - Open question