3.3 Elektriciteit gebruiken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

3.3 Elektriciteit gebruiken

Vermogen

• Hoeveel elektrische energie een 

       toestel per seconde verbruikt (watt)

• Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte
  

typeplaatje

broodrooster

Elektrisch vermogen

De hoeveelheid geleverde energie per seconde.

P is vermogen in watt (W)

U is spanning in volt (V)

I is stroomsterkte in ampère (A)

P=U⋅I

Het maximale vermogen op een groep met een zekering van 16 A.

Elektrische energie

E is energiegebruik in kilowattuur (kWh)

P is vermogen in watt (kW)     *van W naar kW delen door 1000

t is tijd in uren (h)     *van minuten naar uren delen door 60 

E=P⋅t

Wat is 1 kWh ?

1 kilowattuur is het energieverbruik als een apparaat met een vermogen van 1 kilowatt 1 uur aanstaat. Dit kost c.a. € 0,25

Een vermogen van 2 kW en een half uur kan natuurlijk ook.

Kleine getal boven, grote getal onder

Bereken het vermogen van elk lampje (als het op de juiste spanning brandt).

Ayse gebruikt de magnetron om het eten op te warmen.

De magnetron gebruikt een stroomsterkte van 3 A.

Bereken het vermogen van deze magnetron.

Uitwerking magnetron

Geg: U = 230 V (netspanning)

I = 3 A

Gevr: P

Opl: P = U x I 

P = 230 x 3 = 690 W

Ayse moet een maaltijd een kwartier in de magnetron doen.

a Bereken hoeveel energie de magnetron van 690 W  in die tijd verbruikt in kWh.

b Bereken de kosten als 1 kWh 22 cent kost.

Uitwerking

Geg P= 690 W

t = 15 minuten = 0,25 h

Gevr:E in kWh en de kosten

E = P x t 

E = 0,69 kW x 0,25 h = 0,17 kWh

Kosten:   0,17 x 22 = 3,7 cent

Maken

3.3 

10 t/m 25