Spelling blok 1 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Controle huiswerk

Grammatica blok 1

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

( …… ?)

durv

1. stam
2. ik-vorm

( …… ?)

blaf

1. stam
2. ik-vorm

spellen

1. werkwoord
2. stam
3. ik vorm

bonz

1. werkwoord
2. stam
3. ik vorm

vrees

1. werkwoord
2. stam
3. ik vorm

Welke vorm van lopen is loop?

1. Stam
2. Ik-vorm

roepen

1. de stam en de ik-vorm zijn hetzelfde
2. de stam en de ik-vorm zijn niet hetzelfde

Ei of ij

bij woorden op -heid schrijf je altijd ei;

bij woorden op -teit schrijf je altijd ei;

bij woorden op -lijk schrijf je altijd ij.

Maar let op: Heeft het woord echt met tijd te maken? Dan schrijf je niet -teit maar -tijd: zomertijd, etenstijd.

        ij

ei

Vul in: een ij of een ei

bew..zen

1. ei
2. ij

Vul in: een ij of een ei

tegel..k

1. ij
2. ei

Welke twee letters ontbreken?
'porsel . . n

1. ei
2. ij

Welke twee letters ontbreken?
elektricit . . t

1. ei
2. ij

Welke twee letters ontbreken?
'waterp . . l'

1. ei
2. ij

Welke twee letters ontbreken?
v . . ling

1. ei
2. ij

Hoe weet je of je een voltooid deelwoord schrijf met een D of een T?

Oefenen

Maak de opdrachten van spelling blok 1