les 2 fictie vervolg les 1

Leerdoelen: 
  • Je weet na de les wat fictie en non- fictie is.
  • Je weet na de les wat realistische fictie en niet - realistische fictie is.

Deze begrippen zullen tijdens de taf lessen en de leesuren worden herhaald.


1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen: 
  • Je weet na de les wat fictie en non- fictie is.
  • Je weet na de les wat realistische fictie en niet - realistische fictie is.

Deze begrippen zullen tijdens de taf lessen en de leesuren worden herhaald.


Slide 1 - Slide

Herhaling vorige les
  1. Wat is het verschil tussen fictie en non- fictie?
  2. Wat betekent realistisch en niet- realistisch?
  3. Welke verhalen kunnen realistisch of niet - realistisch zijn?

Slide 2 - Slide

Maak opdracht 4 blz. 12
We kijken het meteen na. 
timer
0:30

Slide 3 - Slide

We lezen samen de tekst: thuissituatie blz. 12

Slide 4 - Slide

Maak opdracht 5 en 6 blz. 14 en 15.
We bespreken het meteen. 
timer
4:00

Slide 5 - Slide

We lezen samen: Bij Robin thuis blz. 15.

Slide 6 - Slide

Maak opdracht 7, 8 en 9 blz. 17 en 18. 
We bespreken het meteen.   
timer
4:00

Slide 7 - Slide

Afsluiter, beheers ik het leerdoel.

Slide 8 - Slide

Hoe noem je teksten waarin niets verzonnen is?
A
fictie
B
non- fictie

Slide 9 - Quiz

Harry Potter
A
fictie
B
non- fictie

Slide 10 - Quiz

Harry Potter
A
realistisch
B
niet- realistisch

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je verhalen die verzonnen zijn?
A
fictie
B
non- fictie

Slide 12 - Quiz

Het lesboek van aardrijkskunde.
A
fictie
B
non- fictie

Slide 13 - Quiz

Recept voor koekjes.
A
fictie
B
non- fictie

Slide 14 - Quiz