les 1 fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat gaan we komende periode doen? 

leerlingen nog toevoegen in klas

Tot aan de herfstvakantie gaan we werken aan fictie en spelling. 

Aan het einde van deze periode krijg je een toets over fictie en een schrijfopdracht. Het gemiddelde van deze twee opdrachten wordt je eerste cijfer.

Leerdoelen:

• Je weet na de les wat fictie en non- fictie is.
• Je weet na de les wat realistische fictie en niet - realistische fictie is. 

Deze begrippen zullen tijdens de taf lessen en de leesuren worden herhaald. 

 Fictie en non-fictie

Alles wat verzonnen is, noemen we fictie: niet alleen leesboeken, maar ook strips, films, toneelstukken en gedichten.

Alles wat niet verzonnen is, noemen we non-fictie. Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken en een handleiding zijn voorbeelden van non-fictie.

realistisch of niet - realistisch

Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch. 

Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch. Sprookjes en fantasy zijn voorbeelden van niet-realistische verhalen.

Nog even op een rij:

fictie	non - fictie
verzonnen	niet verzonnen
realistisch/ niet- realistisch

Maak opdracht 1 op blz. 8

Wanneer de timer af gelopen is, dan bespreken we kort even de antwoorden. 

Samen tekst 1 lezen.

Maak opdracht 2 op blz. 10

We kijken het meteen na. 

Samen auteursdossier lezen blz. 11

Maak daarna opdracht 3, we bespreken hem meteen daarna. 

Leerdoel checken

Een jeugdroman

1. fictie
2. non- fictie

Een krantenartikel over klimaatverandering.

1. fictie
2. non- fictie

Een recept voor cake.

1. fictie
2. non- fictie

Een gedicht.

1. fictie
2. non- fictie

Een historisch roman.

1. fictie
2. non- fictie

Een sprookje.

1. realistisch
2. niet- realistisch

Het boek 'Spijt' van Carry Slee.

1. realistisch
2. niet- realistisch

Het boek 'Het achterhuis' (dagboek van Anne Frank).

1. realistisch
2. niet- realistisch
3. fictie
4. non- fictie

Tijd over?

Blooket: fictie of non- fictie