V4 1.4_Organellen en functie

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Deze les:

- meer organellen 

- Microscopie oefenen

Microscopie

Hoe werkt dat ook alweer?

§1.4 Organellen

Binas paraat?

Noteer functie per organel en waar deze in Binas te zien is

Feedback 2020:

• Hoog tempo
• Moeilijke woorden
• Ervan uitgaan dat er veel voorkennis is (DNA, fotosynthese, ATP, hoe celmembranen eruit zien) 

& transport

& transport

celmembraan   

Mito-

chondrium

Chloroplast

opdrachten:

Lezen §1.4  

Maken 28, 30

Feedback

Over algemeen tevreden. 

+ goed tempo, fijne aantekeningen, enthousiasme

- soms te hoog tempo voor aantekeningen

- rekening houden met beperkte voorkennis

Microscopie

Hoe werkt dat ook alweer?

Binas paraat?

Noteer functie per organel en waar deze in Binas te zien is

Celskelet

Opdrachten

Lezen §1.4  

Maken 28 + 30 t/m 38

Wie zou het leuk vinden om soms extra practica te doen
(bijv. rat ontleden)?
Wie zouden er op hoger tempo kunnen en willen werken hiervoor?

Wat is onderdeel B?

1. Bladgroenkorrel
2. Ribosoom
3. Celkern
4. Mitochondrium

Wat is onderdeel E?

1. Golgi-systeem
2. Endoplasmatisch reticulum
3. Celmembraan
4. Schijfjesstapel

In welk organel vindt fotosynthese plaats?

1. Mitochondrium
2. Chloroplast
3. Celkern
4. Cytoplasma

Which cell organelle controls the cell?

1. Chloroplast
2. Mitochondrium
3. Nucleus
4. Cell membrane

Wat is een uniek kenmerk van een dierlijke cel?

1. Heeft een celkern
2. Heeft een mitochondrium
3. Heeft geen celwand
4. Heeft geen vacuole

Tijdens diepe slaap worden eiwitten in zenuwcellen aangemaakt.
Welk organel zorgt of welke organellen zorgen voor transport van deze eiwitten in een zenuwcel?

1. Ribosoom
2. Mitochondrium
3. ER
4. Chromosoom

Eigenlijk moest er nóg een organel genoemd worden, welke?

Hoe heet een blaasje waar enzymen in vervoerd of opgeslagen worden?

1. Golgi
2. Lysosoom
3. Vesicle
4. Vacuole

Waarom zijn membranen
zo flexibel (vervormbaar)?

1. Door de verzadigde vetzuurstaart
2. Door de onverzadigde vetzuurstaart
3. Door de hydrofiele kop
4. Door de eiwitten ín het membraan