§1.3/1.4/1.5 Plantaardige en dierlijke cellen en hun organellen

§1.3 Plantaardige en dierlijke cellen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

§1.3 Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 1 - Slide

h

Slide 2 - Slide

Overeenkomsten

Slide 3 - Mind map

Verschillen

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Organellen

Slide 7 - Slide

Chloroplast (alleen planten)

Slide 8 - Slide

Mitochondrium

Slide 9 - Slide

Mitochondrium
Verbrandingsorganel
Glucose --> 'energie'

Slide 10 - Slide

Maak 44, 45, 46, 49, 52

Slide 11 - Slide

Celkern

Slide 12 - Slide

Celkern
- Chromosomen met DNA
- Alle informatie die nodig is om een cel te laten functioneren
- Kernlichaampje - synthese ribosomen

Slide 13 - Slide

Endoplasmatisch reticulum (ER)

Slide 14 - Slide

Endoplasmatisch Reticulum
Glad ER - afbraak en synthese vetten/hormomen
Ruw ER - Synthese eiwitten op ribosomen

Slide 15 - Slide

Golgi systeem

Slide 16 - Slide

Golgi systeem
- 'Transport organel'
- Eiwitten krijgen definitieve vorm
- Verlaat blaasje de cel - secretie/excretie/exocytose
- Blijft blaasje binnen de cel - lysosoom
           - Bevat vaak enzymen ('afbreekeiwitten')
- Wordt er een stof opgenomen - endocytose

Slide 17 - Slide

Maak §1.4
Opdracht 57, 59-64, 73, 74

§1.3
44 - 46, 49, 52

Slide 18 - Slide

In welk organel worden eiwitten gevouwen en voltooid?
A
Ruw ER
B
Glad ER
C
Mitochondrium
D
Golgi systeem

Slide 19 - Quiz

Wat ligt er opgeslagen in de celkern?

Slide 20 - Open question

Welke organellen geven rode uien hun kleur?
A
Chloroplasten
B
Chloroplasten
C
Leukoplasten
D
Mitochondria

Slide 21 - Quiz

Welk organel is dit en wat vindt er plaats?

Slide 22 - Open question

Cytoskelet
- Bepaalt de structuur van een cel
- Essentieel voor transport binnen een cel
- Motoreiwitten transporteren organellen/blaasjes

Slide 23 - Slide

Cytoskelet zenuwcel

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Membranen
- Sluit de cel/het organel af van zijn omgeving
- Nemen stoffen op en staan stoffen af
- Bestaat uit dubbele fosfolipidenlaag
        (Binas 67G3)
- Zit vol met membraaneiwitten
      Waar worden die in membranen gezet?

Slide 26 - Slide

Maak opdrachten
Maak §1.4 opdracht 75 + 76

§1.4
Opdracht 57, 59-64, 73, 74

§1.3
44 - 46, 49, 52

Slide 27 - Slide

§1.5 Transport door membranen

Slide 28 - Slide

Celmembraan (BINAS 67G3, 79D)

Slide 29 - Slide

Diffusie
Hoge concentratie --> Lage concentratie

Permeabel membraan

Slide 30 - Slide

Diffusie in een vloeistof
Diffusie met een permeabel membraan

Slide 31 - Slide

Osmose
Water stroomt van lage concentratie (osmotische waarde) naar hoge concentratie

Semi-permeabel membraan

Groter verschil --> Grotere osmotische druk

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

§1.5 Membraantransport

Slide 34 - Slide

Na deze les
...kun je de processen diffusie en osmose verklaren

...weet je de betekenissen van hypo-, iso- en hypertoon en wat      dit betekent voor cellen

...kun je de verschillen benoemen tussen actief en passief transport

Slide 35 - Slide

Diffusie
Hoge concentratie --> Lage concentratie

Permeabel membraan

Slide 36 - Slide

Osmose
Water stroomt van lage concentratie (osmotische waarde) naar hoge concentratie

Semi-permeabel membraan

Groter verschil --> Grotere osmotische druk

Slide 37 - Slide

Practicum plasmolyse
Voordat je begint:
- Wat verwacht je te zien?

Tijdens het practicum:
- Teken drie cellen voor plasmolyse
-Teken drie cellen na plasmolyse
Schrijf ook op wat je tekent + vergroting!

Na het practicum:
- Komt je verwachting overeen met je uitkomst?
Klaar?  Kijk of hetzelfde lukt met waterpest

Slide 38 - Slide

Osmose bij cellen
Verschillende osmotische waarden van omgeving zorgen voor verandering:

Hypotoon - lagere concentratie
Isotoon - dezelfde concentratie
Hypertoon - hogere concentratie

Slide 39 - Slide

Dierlijke cellen

Slide 40 - Slide

Plantaardige cellen

Slide 41 - Slide

Welk soort oplossing gebruikten we bij het plasmolyse practicum?
A
Hypotoon
B
Isotoon
C
Hypertoon

Slide 42 - Quiz

Actief en passief transport

Slide 43 - Slide

Membraantransport
 Cellen kunnen de hoeveelheid osmose en diffusie regelen met transporteiwitten --> passief transport


Slide 44 - Slide

Transporteiwitten
Actief transport

Stoffen bewegen tegen de concentratiegradiënt in

Kost energie ( = ATP)

Slide 45 - Slide

Huiswerk
Maak §1.5
80-87, 89, 91, 92

Slide 46 - Slide