Thema 7 - Eutrofiëring + afsluiting

Planning van vandaag
Aan het eind van de les...
  • ... kan je uitleggen wat eutrofiëring is en wat de gevolgen daarvan zijn
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning van vandaag
Aan het eind van de les...
  • ... kan je uitleggen wat eutrofiëring is en wat de gevolgen daarvan zijn

Slide 1 - Slide

In Noord-Scandinavië leven rendieren voornamelijk van korstmossen.
Welke ecologische rol vervullen de korstmossen en welke de rendieren in NoordScandinavië?

Ecologische rol korstmos: ........1........
Ecologische rol rendier: .......2......
A
1 = producent 2 = producent
B
1 = producent 2 = consument
C
1 = consument 2 = producent
D
1 = consument 2 = consument

Slide 2 - Quiz

Een belangrijk prooidier van de torenvalk is de woelmuis. Woelmuizen laten in hun leefgebied geursporen achter die bestaan uit urine en uitwerpselen. De achterste delen van hun lichaam zijn meestal doorweekt met urine. De urine van de woelmuizen weerkaatst UV-licht. Torenvalken kunnen in tegenstelling tot mensen UV-licht waarnemen. Verondersteld wordt dat torenvalken daardoor in korte tijd een groot gebied onderzoeken op de aanwezigheid van woelmuizen.

Welke van de onderstaande biologische termen is van toepassing op de relatie tussen torenvalk en woelmuis?
A
Competitie
B
Cooperatie
C
Predatie
D
Symbiose

Slide 3 - Quiz

In een rioolwaterzuiveringsinstallatie worden bacteriën gebruikt voor de zuivering van het rioolwater.
Welke omzetting van stoffen wil men met deze bacteriële zuivering vooral bereiken?
A
omzetting van anorganische stoffen in andere anorganische stoffen
B
omzetting van organische stoffen in andere organische stoffen
C
omzetting van anorganische stoffen in organische stoffen
D
omzetting van organische stoffen in anorganische stoffen

Slide 4 - Quiz

In een interview in het tijdschrift "De Boerderij" zegt een boer onder andere het volgende:
"De prijsdaling van tarwe wordt niet langer gecompenseerd door een stijging van de opbrengsten. Ik strooi op tarwe per jaar in drie keer 180 kg stikstofhoudende kunstmest per hectare en spuit als regel drie keer tegen schimmelziekten. De opbrengst stijgt niet meer, de grond en het klimaat zijn de beperkende factoren geworden. Ik blijf trouwens wel zoeken naar productievere rassen".
Stikstof wordt door tarwe vooral gebruikt om daarmee een bepaald type organische stoffen op te bouwen.

Welke organische stoffen zijn dit?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten

Slide 5 - Quiz

Biologische landbouw gaat het erom dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en ook geen kunstmest.

(2p) Wat is het gevolg op de biodiversiteit als er wel gebruik wordt gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen?

Slide 6 - Open question

Biologische producten zijn duurder dan niet-biologische producten. Dit komt omdat de boeren minder opbrengst hebben uit biologische landbouw.

(2p) Leg uit dat de opbrengst lager is voor boeren als ze geen chemische bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest mogen gebruiken?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Link

Zet de stappen van eutrofiering in de juiste volgorde
1
2
3
4
Overbemesting
Toename mineralen in water
Algenbloei
Zuurstof op

Slide 9 - Drag question

Een indirect gevolg van eutrofiëring is massale vissterfte. 
Sleep de onderstaande gebeurtenissen naar de juiste plek zodat een juiste oorzaak-gevolg relatie ontstaat tussen eutrofiëring en vissterfte.
1
2
3
4
5
6
er komen extra mineralen uit de mest in de sloot terecht
algen en kroos gaan bloeien door extra mineralen in het water
algen en kroos groeien heel snel hierdoor dringt minder licht door het oppervlaktewater
algen en plantjes sterven
reducenten hebben meer organisch afval af te breken waardoor meer zuurstof wordt verbruikt
vissen sterven omdat er te weinig zuurstof in het water zit

Slide 10 - Drag question

Welke bewering over eutrofiëring en de gevolgen daarvan is/zijn waar?

1-Het zuurstofgehalte in het water van de sloot neemt door de fotosynthese van de kroosplantjes steeds verder toe. Het aantal ondergedoken waterplanten neemt daardoor ook toe.
2-De hoeveelheid licht die in het water van de sloot doordringt, neemt door de laag kroosplantjes af. Hierdoor neemt de fotosynthese door de ondergedoken waterplanten af.
3-Het nitraatgehalte in het water van de sloot neemt toe doordat de kroosplantjes nitraat afgeven. De ondergedoken waterplanten gaan daardoor extra hard groeien.

A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Alleen bewering 3
D
Bewering 1 en 2

Slide 11 - Quiz

Door de regelmatige instroom van fosfaat en nitraat is de hoeveelheid algen hier toegenomen tot een ware plaag. Door het afsterven van de algen neemt de hoeveelheid organisch afval sterk toe. Er treedt rotting op waarbij het zuurstofgehalte daalt en een doordringende stank vrijkomt.

Welke verklaring voor het feit dat een toename van fosfaat en van nitraat leidt tot een algenplaag, is juist?
A
Algen hebben een breed tolerantiegebied voor fosfaat en nitraat.
B
Algen zijn de enige organismen die fosfaat en nitraat kunnen opnemen.
C
Door fosfaat en nitraat worden de natuurlijke vijanden van de algen gedood.
D
Fosfaat en nitraat vormen in normaal gesproken de beperkende factoren voor de algengroei.

Slide 12 - Quiz

Heb je behoefte aan een ingelast vragenuurtje voor biologie, ergens tijdens de toetsweek? Of stel je je vragen via Teams/SOM?
A
Ingelast vragenuur is fijn
B
Ik stel m'n vragen wel via Teams/SOM
C
Ik stel geen vragen

Slide 13 - Quiz

Hoeveel vertrouwen heb je in het voldoende afronden van deze biologietoets?
A
(Heel) weinig
B
Twijfelachtig
C
Net genoeg
D
(Heel) veel

Slide 14 - Quiz

LAATSTE VRAAG:
Wat wil je elkaar en je docent toewensen?
A
Veel succes!
B
Veel plezier!
C
Veel sterkte!
D
Veel groetjes!

Slide 15 - Quiz