Thema 2 B5 Voedselbederf

Thema 2 
Voeding en vertering
B5
Voedselbederf
timer
1:00
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Thema 2 
Voeding en vertering
B5
Voedselbederf
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Voorkennis?
  • Uitleg + controlevragen B4 Gezonde voeding 
  • Zelf aan de slag!
  • Afsluiter: Flitskaarten en Test Jezelf 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Kun je overgewicht hebben en toch ondervoed zijn?
Ja, dat kan
nee, dat kan niet

Slide 4 - Poll

Je bent zwaarder dan het gewicht dat bij je leeftijd past. Hoe noemen we dit?
A
Ondergewicht
B
Overgewicht
C
Anorexia
D
Boulimia

Slide 5 - Quiz

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 6 - Quiz

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 7 - Quiz

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voor die rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 8 - Quiz

In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Vraag 5: Wat is géén schijf uit de Schijf van Vijf?
A
Dranken
B
Groente en fruit
C
Smeer- en bereidingsvetten
D
Tussendoortjes

Slide 10 - Quiz

Iemand van 13 jaar weegt 50 kg en heeft een lengte van 165 cm. Wat is zijn BMI? Rond af één cijfer achter de komma.

Slide 11 - Open question

Heeft de persoon uit de vorige vraag een gezond gewicht?
A
nee
B
ja

Slide 12 - Quiz

Bij welke eetstoornis heeft iemand eetbuien?
A
Anorexia en boulimia
B
Anorexia en eetbuistoornis
C
Eetbuistoornis
D
Boulimia en eetbuistoornis

Slide 13 - Quiz

Leerdoel 11 (B5)

2.5.11 Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Voedselbederf
Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel, en produceren gifstoffen

Voedselvergiftiging: afweerreactie van je lichaam bij het eten van voedsel met giftige stoffen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Schimmels
  • bestaan uit: dunne draden
  • planten zich voort door: sporen

Slide 18 - Slide

Bacteriën
  • bestaan uit: één cel
  • planten zich voort door: celdeling

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Voedsel conserveren
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.

Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
  • Een goede temperatuur om voort te planten
  • Voldoende zuurstof
  • Voldoende vocht
Daar maken we gebruik van bij conserveren van voedingsmiddelen.
Bacteriën zijn wel sterker dan wij en kunnen bij extremere omstandigheden blijven leven!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Voedsel conserveren
Verschillende methoden van conserveren:
  • Invriezen - bacteriën en schimmels niet dood!
  • Pasteuriseren - verwarmen tot 72 graden, alleen schadelijke bacteriën/schimmels dood
  • Steriliseren - verwarmen tot 130-140 graden, alle bacteriën/schimmels dood. Door hoge temperatuur iets andere smaak
  • Vacuüm verpakken - zuurstof uit de verpakking. Bacteriën gaan niet dood, maar kunnen niet voortplanten!
  • Gasverpakken - andere luchtsamenstelling erin.
  • Drogen - vocht onttrekken, bacteriën niet dood!
  • Conserveringsmiddelen toevoegen, zoals suiker, zout, of zuur - leefomstandigheden ongunstig
  • Doorstralen met radioactieve stoffen - dood alle organismen

Slide 23 - Slide

Additieven
Stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijker te maken

  • Conserveringsmiddelen (suiker, zout, zuur, stikstof, sulfiet)
  •  Kleurstoffen
  • Geurstoffen
  • Smaakstoffen

Slide 24 - Slide

Zelfstandig aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 8 (+9)
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B1

Klaar? 
  • Lees de Samenhang op bladzijde 132 en maak opdracht 10 als je eerder klaar bent


Slide 25 - Slide

Lesafsluiter
Laatste 5 minuten van de les...

Slide 26 - Slide

Wat is voedselbederf?
A
Door micro-organismen is het voedsel ongeschikt geworden voor consumptie
B
Voedsel wat nog net te eten is maar al wel stinkt
C
Alleen bacteriën kunnen dat veroorzaken
D
Alleen schimmels kunnen dat veroorzaken

Slide 27 - Quiz

Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Door te zorgen dat bacteriën moeilijker delen
B
Door te zorgen dat er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Door te zorgen dat schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 28 - Quiz

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
bewaren op de juiste manier

Slide 29 - Quiz

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 30 - Quiz

Conserveringsmiddelen vind je vaak terug op de verpakking als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 31 - Quiz

Als een bacterie zich iedere 20 minuten deelt, en je begint met één bacterie op tijdstip 0, hoeveel bacteriën heb je na 2 uur?

Slide 32 - Open question

Hoe kan je voedselbederf herkennen?
A
ruiken
B
smaak
C
uiterlijk
D
als je er ziek van wordt

Slide 33 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 34 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 35 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 36 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 37 - Quiz

Wat vond je van deze les
Niet fijn, ik kan me slecht concentreren
Niet fijn, ik weet nog weinig antwoorden
Fijn, ik weet nu wat ik al ken en wat nog niet
Fijn, het is een leuke manier van leren

Slide 38 - Poll