3.2 bacteriën en schimmels

Ordening
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ordening

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?

Herhaling cellen
UItleg basisstof 3.2
Aan het werk


Slide 2 - Slide

plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie

Slide 3 - Drag question

Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?

Slide 4 - Open question

Lesdoelen
-Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen
-Je kunt de kenmerken van schimmels noemen
-Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor mens en natuur
-Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Voortplanting door deling
Hoeveel bacteriën na 1 uur?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

bacteriën
Een bacterie is altijd ééncellig

De verzameling bacteriën die uit de oorspronkelijke cel is ontstaan, noem je een bacteriekolonie.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video


Eencellige schimmel = gist


Planten zicht voort via deling


Een meercellige schimmel bestaat uit schimmeldraden

Planten zich voort via sporen = cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan


Schimmels

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Nuttige bacteriën en schimmels

Sommige bacteriën en schimmels worden gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen
- bacteriën: yoghurt, zuurkool
- schimmels: kaas, brood, bier en wijn



Schimmels en bacteriën zijn reducenten

Slide 15 - Slide

bacteriën en schimmels
 Worden gebruikt bij het maken van medicijnen.

Penseelschimmels --> penicilline. 
Dit is een antibioticum (=middel dat bacteriën doodt)

Slide 16 - Slide

Schadelijke bacteriën en schimmels
voedselbederf

ziekteverwekkers 
-bacterie --> infectie --> longontsteking, 
oorontsteking
-schimmel --> schimmelinfectie 
(zwemmerseczeem)


Slide 17 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 210 t/m 224
Maak basisstof 3.2 opdracht 1, 2, 4, 5 , 7

Klaar? 
flits de begrippen










Slide 18 - Slide