Unidad 9 .1

Hoy es el 22 de noviembre de 2021

1 / 21
next
Slide 1: Slide
spaansBeroepsopleiding

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es el 22 de noviembre de 2021

Slide 1 - Slide

Lectura "De fiesta  en otoño"
TB: p.77: oef.1
 Woordjes van kleding en complementen + Kleuren + Prijzen leren
p.78: oef.2a
WB:
p.81, 82: Oef.1,2,3,5

Slide 2 - Slide

1. susurro
2. acercarse
3. volver
4. Santa Compaña
5. procesión
6. almas errantes
7. dirigirse
8. cumplir

a.  dwalende zielen
b. (aan een belofte) houden
c. het gefluister
d. terug komen
e. het Heilige Gezelschap
f.  gaan  naar
g. dichterbij komen
h. processie

Lezen: De fiestas, p. 31 vanaf "reencarnado en animales" tot het eind.

Slide 3 - Slide

Preguntas del texto:
1. ¿Los romeros hablan en ..........?
2. ¿Quiénes son las "almas errantes"?
3. ¿Adónde van por las noches?
4. ¿Qué se oye cuando se dirigen al santuario?


Slide 4 - Slide

TB p.77
- Kleding
- Kleuren
- Vergrotende, vergelijkende 
en overtreffende trap


Caminando
Unidad 9

Slide 5 - Slide

Vocabulario ropa pag. 173

Slide 6 - Slide

Vocabulario ropa pag. 173

Slide 7 - Slide

blanco/-a
negro/-a
rojo/-a
amarillo/-a
gris
azul
verde
marrón
naranja
rosa

Slide 8 - Slide

Los colores
Rojo                            amarillo              rosa
naranja                      marrón               azul 
negro                          verde                  gris  
blanco                       violeta                                                    
Kleuren gedragen zich als bijvoeglijk naamwoorden. 
Let op: sommige kleurbenamingen zijn onveranderlijk 

Slide 9 - Slide

La camiseta amarilla  
El zapato amarillo

El vestido azul
La falda azul

La camisa verde
El abrigo verde

Slide 10 - Slide

unas camisetas naranja     

unos vestidos naranja


las flores violeta                   

los papeles violeta


un delfín rosa                        

unos delfines rosas (!)        

                                                  

rosa = mnl en vrl maar
heeft wel meervoudsvorm:   rosas
                                               

violeta= onveranderlijk
naranja = onveranderlijk

Slide 11 - Slide

marrones
rosa
verde
violeta
naranja
azul

Slide 13 - Drag question

Mondelinge opdracht: Él lleva/ Ella lleva un/una/unos/unas

Slide 14 - Slide

56
pag.78

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide


Slide 18 - Slide

Opdracht: 
oplossing oef. 3.
1. más...cómodo...que
2. más...practica...que
3. mejor....llevar.....que
4. menos...turistas....que
5. más ...peregrinos
6. mas....práctico...que un anorak
TB 
  • pag. 78 oef. 3: Maken 
  • p. 77 Maken met elkaar (oud + nieuw boek) : Vergelijk de prijzen . bijv. : "La falda verde ( del libro viejo) es más barata que la falda beige (del libro nuevo)".

€ 29,00
€ 53,00
Huiswerk

Slide 19 - Slide

  • WB: 
p.82, 83: 
oef: 6, 8, 9, 10.
Reglas y Sistemas, p.89 Trappen van vergelijking: invullen.
  • TB:
p.79, 4a:  tekst lezen en de woorden die je niet kent zoeken.
  • De fiesta en otoño: leer p.32 tot "poco después".

Slide 20 - Slide

Adiós

Slide 21 - Slide