AK les 6.2 + 6.3

Theorie 6.2
Bevolking: spreiding, groei, verstedelijking

1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Theorie 6.2
Bevolking: spreiding, groei, verstedelijking

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet wat op hoofdlijnen het demografische beeld van Zuid-Amerika is.
  2. Je begrijpt hoe de demografische patronen in ZA zijn ontstaan en hoe die aan verandering. onderhevig zijn en door welke factoren.
     - Je weet wat op het gebied van welvaart en welzijn het sociaal geografisch beeld van ZA is.
     - Je weet hoe ruimtelijke ongelijkheid op het platteland en in de steden van ZA zichtbaar is.
     - Je kent het verschil tussen de formele- en informele machtsstructuren (cliëntelisme) in ZA.
     - Je begrijpt welke economische ontwikkelingsprocessen zich in ZA voor doen en wat de                  verwachte gevolgen hiervan zijn.

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken 6.2
Opdr. 3
Bekijk nogmaals in bron 4 de spreiding van de indiaanse stammen.
a  Leg uit dat de ruimtelijke spreiding van hun woongebied iets zegt over de mate van                             globalisering van delen van Zuid-Amerika.

Slide 3 - Slide

6.2 Antwoorden
Opdr. 3
a Naarmate een gebied beter ontsloten is / meer contact heeft met de ‘rest van de wereld’, komen er minder woongebieden van inheemse stammen voor. De oorspronkelijke bevolking is er door de globalisering verdreven.

Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken 6.2
Opdr. 3
b  Leg met behulp van GB 205B/GB 225B uit dat in een land als Ecuador niet snel terretoriale               claims op etnische gronden zullen ontstaan.

Slide 5 - Slide

6.2 Antwoorden
Opdr. 3
b  Je kunt zien dat meer dan 75 procent van de bevolking van Ecuador van gemengde afkomst is.

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken 6.2
Opdr. 3
c  Geef een andere reden - niet op GB 205B/GB 225B zichtbaar - waarom etnische bevolkings- groepen in Ecuador en in de rest van Zuid-Amerika niet snel een woongebied zullen claimen.

Slide 7 - Slide

6.2 Antwoorden
Opdr. 3
c  De bevolkingsgroepen in veel Zuid-Amerikaanse landen wonen ook nog eens door elkaar waardoor een etnische bevolkingsgroep moeilijk een bepaald gebied kan opeisen.

Slide 8 - Slide

Huiswerk bespreken 6.3
Opdr. 3
Bekijk figuur 6 en gebruik de atlas. Volgens GB 223/GB 245 ligt Antofagasta in een tropische woestijn. Toch kent de regio Antofagasta het hoogste brp/hoofd van Chili.
a  Met welke activiteiten slaagt de regio erin om zo veel te verdienen? Noem één activiteit uit de       primaire sector en één activiteit uit de tertiaire sector.

Slide 9 - Slide

6.3 Antwoorden
Opdr. 3
a  Primaire sector: mijnbouw; tertiaire sector: havendiensten.

Slide 10 - Slide

Huiswerk bespreken 6.3
Opdr. 3
Bekijk figuur 6. De Chinezen hechten belang aan het tot stand komen van de aangegeven route in figuur 6.
b Waarom is deze route voor China van belang?

Slide 11 - Slide

6.3 Antwoorden
Opdr. 3
b  China kent inmiddels een enorme industrie die schreeuwt om grondstoffen en energie. Om de aanvoer van deze grondstoffen op langere termijn veilig te stellen helpt China bij het ontsluiten van regio’s waar deze grondstoffen te vinden zijn.

Slide 12 - Slide

Huiswerk bespreken 6.3
Opdr. 3
c  Op welk kaartje in de atlas (alleen 55e druk) kun je zien dat de Chinezen het wat de regio Antofagasta betreft niet bij plannen laten, maar daadwerkelijk aan de slag gaan in deze regio? Noem het kaartblad en de titel van het kaartje en licht je antwoord kort toe.

Slide 13 - Slide

6.3 Antwoorden
Opdr. 3
c  GB 226C. Buitenlandse investeringen. Je kunt op dit kaartje zien dat China flink investeert in de regio Antofagasta.

Slide 14 - Slide

Huiswerk bespreken 6.3
Opdr. 3
d  Gaat de Gini-coëfficiënt naar alle waarschijnlijkheid in de ontsloten gebieden in de toekomst dalen/stijgen of zal die niet veranderen? Licht je antwoord toe aan de hand van een algemene regel. 

Slide 15 - Slide

6.3 Antwoorden
Opdr. 3
d  Stijgen. Als een gebied ontsloten wordt, globaliseert het sneller. De algemene regel is dat door globalisering de inkomensongelijkheid toeneemt.

Slide 16 - Slide

Introductie 6.2
1. Spreiding
2. Samenstelling
3. Bevolkingsgroei
4. Verstedelijking
verdeling bevolking over
een gebied
combinatie van bevolkings-groepen
toename bevolking in bepaalde periode
trek
 van platteland
naar stad

Slide 17 - Slide

1. Spreiding
  • spreiding bevolking vaak bepaald door fysisch-geografische omstandigheden
      - Amazonegebied & hooglanden --> indianen
      - Lagere Andes delen en kustzone --> Europeanen
 
  • Van 1950 tot 1980 spreiding beïnvloed door urbanisatie, groei van de steden

  • Bevolkingsdruk
     - mate waarin bewoners v/e gebied beslag leggen op aanwezige ruimte en kringlopen
     - in ongunstige gebieden vaak snel hoge druk

Slide 18 - Slide

2. Samenstelling
  • bevolking ZA bestaat uit veel verschillende bevolkingsgroepen
      - inheemse bevolking (integratie mislukt)
      - Afrikaanse, Europese, Aziatische migranten 
      - mestiezen = afstammelingen v/e indiaanse en blanke (voor)ouder
 
  • Raciale en etnische diversiteit gaat samen met economische, sociale en politieke tegenstellingen (discriminatie & racisme)

  • Conflicten tussen groepen niet agv geloof, maar agv economische belangen (bedreiging leefwijze, grond, bodemschatten)

Slide 19 - Slide

3. Bevolkingsgroei
Moderne tijd (na 1960)

Stijging totale bevolking door
 - stijgende welvaart
 - hoger opleidingsniveau
 - verstedelijking
 - gezinsplanning = door   geboorteregeling het aantal   kinderen en het moment van   geboorte plannen
Koloniale tijd

Inheemse bevolking sterk 
gedaald door strijd met 
kolonisten en geïmporteerde 
ziekten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

3. Bevolkingsgroei

Slide 22 - Slide

4. Verstedelijking
  • ZA is het meest verstedelijkte continent ter wereld (84% woont in stad)
      - oorzaak: uitstoot landbouwarbeidskrachten en opkomst industrie in steden
      - gevolg: megasteden, favela's, grote informele sector en overbelasting stedelijke infra 
 
  • Favela's = Braziliaanse benaming voor sloppenwijk

  • Kenmerken verstedelijking:
     - sterke sociale bewegingen: burgers eisen rechten en voorzieningen
     - zelfbouwprincipe houdt woningen voor lage inkomensgroepen betaalbaar
     - verstedelijking verandert in urbaan-urbane migratie (megastad --> middelgrote stad)

Slide 23 - Slide

Theorie 6.3
Welvaart & welzijn en sociale & regionale ongelijkheid

Slide 24 - Slide

Welvaart en welzijn
  • Welvaart en welzijn
     - meeste landen in ZA behoren tot de semiperiferi
     - toch zit er veel verschil tussen de economieën van deze landen --> ligt aan de hoeveelheid            export en integratie in de wereldeconomie
     - veel tegenstellingen in welvaart en welzijn tussen bevolkingsgroepen
          - raciale verschillen
          - regionale ongelijkheid
  • Continentaal: verschillen bbp/hoofd tussen landen
  • Nationaal: verschillen brp/hoofd
     - Lokaal: bijv. verhouding grootgrondbezitters en kleinere boeren

Slide 25 - Slide

Sociale & regionale ongelijkheid platteland
  • Latifundia’s/haciënda’s (= grote landbouwbedrijven)
     - ontstonden na de verovering van ZA
     - gericht op extensieve bedrijfsvoering en export van cash crops
     - gericht op winst (optimizer)
  • Minifundia
     - worden food crops op verbouwd, voor eigen gebruik of de lokale markt
     - gaat om overleven (satisficer)

Door schaalvergroting en globalisering is de invloed van de agribusiness gegroeid.
     - mno's gaan zich bemoeien met de voedselproductiekolom → landgrabbing

Slide 26 - Slide

Sociale & regionale ongelijkheid stad
  • veel ruimtelijke segregatie (gated communities - sloppenwijken)
  • zijn vaak op eigen initiatief gebouwd →  informal cities
     - liggen vaak op gevaarlijke hellingen
     - slechte voorzieningen

Slide 27 - Slide

Verandering in beleid
  • vroeger:
      - macht op platteland in handen van de elite
      - cliëntelisme → belemmering ontwikkeling van ZA
  • sinds 1990:
      - vrijhandel en sociale doelen bepalen de politieke koers
      - burgers eisen deel van opbrengst van de export
      - meer economische groei en minder armoede, te zien aan Lorenzcurven van landen van ZA
      - toch zullen er altijd verschillen tussen arm en rijk blijven

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Examenopgave
     Zuid-Amerika kent zowel in de stad als op het platteland een grote
     inkomensongelijkheid.
18 Geef aan
     - hoe de wijken in de stad worden genoemd waar de allerrijksten wonen en hoe de wijken in              de stad worden genoemd waar de allerarmsten wonen;
     - waardoor de inkomensongelijkheid op het platteland groot is.

In veel Zuid-Amerikaanse landen zijn de mogelijkheden om tot verdere
ontwikkeling te komen gunstig. Maar er zijn ook belemmeringen voor deze
verdere ontwikkeling. 

Slide 30 - Slide

Antwoorden examenopgave
maximumscore 2
  • ommuurde woonwijken / gated community's en sloppenwijken / favela's 
  • Uit het antwoord moet blijken dat in de landbouw grote verschillen bestaan tussen (buitenlandse) landbouwbedrijven / grootgrondbezitters / latifundia (cashcrops) tegenover kleine zelfvoorzienende boeren (foodcrops) 

Slide 31 - Slide

Kahoot!

Slide 32 - Slide