Gesprekstechnieken PT1 voorbereiden

Gesprekstechnieken
Voorbereiden praktijktoets 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Gesprekstechnieken
Voorbereiden praktijktoets 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag
Terug blik blok 6 +7
Nakijken blok 6 + 7

Gesprekstechnieken 
Oefenen gesprekstechnieken 

Oefentoets maken
Leerdoelen
De 5 gespreksregels benoemen.
Begin, midden en einde van een gesprek oefenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communicatie

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is communicatie?
Communicatie is het uitwisselen van informatie tussen 2 of meer personen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

3. Verbale communicatie
Verbale communicatie = communicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van (gesproken of geschreven) woorden.


Telefoneren is een voorbeeld van verbale communicatie. Je gebruikt woorden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

4. Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie = communicatie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van woorden.

Bij non-verbale communicatie maak je gebruik van:
  • Gebaren: hand opsteken en wenken, naar iets wijzen
  • Hoofdbeweging: ja knikken, nee schudden
  • Gezichtsuitdrukkingen: lachen, boos, vies gezicht trekken, verbaasd kijken
  • Lichaamshoudingen: met gekromde schouders, rechtop of met gebogen hoofd staan
  • Stembuigingen: met je stem duidelijk maken of je hoopvol, bedroefd, vrolijk, vragend of bemoedigend bent
  • Symbolen, plaats etc: bijvoorbeeld verkeersborden, pictogrammen



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verbale communicatie 
Non-Verbale communicatie

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Het gesprek
  1. Beginfase
    - Creëer een goede sfeer
    - Aangeven van de structuur
  2. Middenfase
    - Gebruik gesprekstechnieken
    - Onderwerp
  3. Eindfase
    - Afronding

Slide 8 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Gesprekstechnieken
Om een gesprek goed te laten verlopen kun je je houden aan de volgende drie gesprekstechnieken:

  • Actief luisteren 
  • Open/gesloten vragen stellen
  • Samenvatten 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Actief luisteren
Inzicht krijgen in de ander:
  • Het verhaal wordt duidelijk
  • De emotie van de ander wordt duidelijk
Hoe doe je dat?
  • Aankijken.
  • Houding; ervoor gaan zitten en geen andere dingen tegelijk doen.
  • Knikken of ja zeggen.
  • Gezichtsuitdrukking.
  • Verduidelijking vragen.
  • Af en toe in eigen woorden samenvatten.
  • Gevoelens benoemen.
  • Letten op non-verbale communicatie.
  • Niet met eigen opvattingen, gedachten, ideeën en gevoelens komen. 
  • De tijd en ruimte geven om na te denken. Af en toe een stilte is niet erg

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat heb je gezien?
Begin, midden, einde
Beginfase
- Creëer een goede sfeer
- Aangeven van de structuur
Middenfase
- Gebruik gesprekstechnieken
- Onderwerp
Eindfase
- Afronding
Gevoel
Welk gevoel kreeg je bij dit gesprek?
Was er veel onbegrip, was het een vrolijk gesprek, een boos gesprek of een verdrietig gesprek..... anders?
Actief luisteren
Werd er...
geluisterd 
samengevat
emoties opgepikt en daar op gereageerd?
Positieve punten
Wat was er goed aan het gesprek
Tips
Wat kan er beter/anders?
Gesprekstechnieken
Welke ezelsbruggetjes heb je gezien?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Open en gesloten vragen

Wil je iemands mening?           open vraag.
Wil je kort en snel een antwoord?           gesloten vraag. 



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Suggestieve vragen?
Met deze vragen wil je iemand een bepaalde richting in sturen.

Lekker, he?
 Gaat het goed, toch?
Jij was daar, he?
Je wil toch niet zeggen dat je deze vakantie naar dat vreselijke over vollen Mallorca gaat?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen met het voeren van een gesprek. 
Samen lezen van het werkblad en uitvoeren
timer
1:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Werkboek blok 8
Opdracht 
1
2
3.1 t/m 3.3
6.1
7
8

Slide 17 - Slide

This item has no instructions