3.7 grammatica

Startopdracht
Schrijf de zinnen over in je schrift

  1. Ik heb gisteren een konijn gekregen.
  2. Heeft jouw school een mooie gymzaal?



  • Zet een streep onder de persoonsvorm 
  • Ze WG boven het gezegde
  • Zet O boven het onderwerp
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startopdracht
Schrijf de zinnen over in je schrift

  1. Ik heb gisteren een konijn gekregen.
  2. Heeft jouw school een mooie gymzaal?



  • Zet een streep onder de persoonsvorm 
  • Ze WG boven het gezegde
  • Zet O boven het onderwerp

Slide 1 - Slide

Je kunt genieten van een het lezen van een verhaal.
Je kunt persoonsvorm, gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp benoemen in een zin. 
Doel van deze les: 

Slide 2 - Slide

Lekker meelezen

Slide 3 - Slide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Instructie en Aantekeningen

Slide 4 - Slide

  • De persoonsvorm (pv)
  • Is altijd een werkwoord, je gebruikt de vraagproef of tijdproef

  • Het werkwoordelijk gezegde (wg)
  • De pv + alle andere werkwoorden in de zin

  • Het onderwerp (ond)
  • Stel de vraag : wie (of wat) + het wg?


3.7 Grammatica - herhaling
Hoe vind je ook al weer:

Slide 5 - Slide

  • De pv, het ond, het wg zijn zinsdelen
  • De zinsdelen zet je tussen zinsdeelstrepen |
  • Zinsdelen kan je verschuiven in de zin.

  • Bijvoorbeeld
     | De oude man | heeft | op zijn gitaar | gespeeld. |
     | Op zijn gitaar | heeft | de oude man | gespeeld. |


3.7 Grammatica - herhaling
Hoe zat het ook al weer met zinsdelen?

Slide 6 - Slide

Het werkwoordelijke gezegde (wg) bestaat uit alle werkwoorden in de zin.
Het wg bestaat dus uit: de pv + alle andere werkwoorden.

Bijvoorbeeld:
       O          wg                                wg
   | Johan | gaat |een nieuw auto | kopen.| 
3.7 Grammatica
Leertekst werkwoordelijk gezegde 1 blz. 242

Slide 7 - Slide

Toepassen

Slide 8 - Slide

opdracht 1 maken we met elkaar.

Slide 9 - Slide

Wat?
opdracht 2, 3,4, 5, 9 en 11
Hoe?
Door de antwoorden op te schrijven in je boek
Hulp
Vraag? Steek je vinger op.
Tijd
15 minuten
Klaar?
lekker lezen of werk in NUMO aan je eigen leerplan
Opdracht 
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Maak de SO woordenschat en afleidingen.
Klaar?
Ik maak opdracht 2, 3, 4, 5, 9 en 11 in mijn boek.hoofdstuk 3.7
Ik ga Lekker lezen
Ik maak "test jezelf grammatica" om te kijken wat ik al kan van H 3.7 (Talent)
Ik ga met NUMO aan het werk.

Slide 11 - Poll

Je kunt genieten van een het lezen van een verhaal.
Je kunt persoonsvorm, gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp benoemen in een zin. 
Doel van deze les: 

Slide 12 - Slide

Startopdracht
Schrijf de zinnen over in je schrift

  1. Ik heb gisteren een konijn gekregen.
  2. Heeft jouw school een mooie gymzaal?



  • Zet een streep onder de persoonsvorm 
  • Ze WG boven het gezegde
  • Zet O boven het onderwerp

Slide 13 - Slide