L4 Soorten verhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Verhalen vind je overal...

Oefening 1 (p. 34)

• Vertel in je eigen woorden wat de icoontjes betekenen.
• Welke iconen gebruik je zelf?
• Noteer hoeveel tijd je er per week aan besteedt. 

Oefening 2 (p. 35)

1. Bekijk de afbeeldingen op p. 35 en 36. 
   
   
2. Bespreek met jouw buur de volgende vragen:
   

• Welke 2 verhalen vind je het aantrekkelijkst?
• Wat weet je er al van? / Wat verwacht je?

--> tip: gebruik het spreekkader

Oefening 3 (p. 37)

Werk per 2

1. Lees de tekstfragmenten. (5')
2. Verbind de tekstfragmenten (letter) aan de foto's (cijfer). (3')
3. Vul de tabel op p. 39 verder in.  (5')
   
4. Controleer met verbetersleutel. 

Oefening 4 (p. 40)

Geef een omschrijving van de woorden: 

genre, thriller, drama, autobiografie, sciencefiction. 

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'genre'.

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'thriller'.

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'drama'.

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'autobiografie'.

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'sciencefiction'.

Oefening 5 (p. 40)

Een titel vertelt al heel veel over het verhaal. 

Plaats de titel bij het juiste genre. 

Oefening 6 (p. 40)

Beluister het fragment uit het boek Haat.

Tot welk genre behoort dit boek? 

Geef telkens 2 redenen waarom je dit zegt. 

Oefening 6 (p. 41)

Beluister het fragment uit het boek 

Er is geen vorm waarin ik pas. 

Tot welk genre behoort dit boek? 

Geef telkens 2 redenen waarom je dit zegt. 

Oefening 7 (p. 41)

1. Schrijf 5 elementen op die je verbindt met het genre detective.
   
2. /
3. /

elementen bij het genre 'detective'

Verzin een titel voor een detectiveverhaal.

BOEKENBINGO
boek zonder woorden

BOEKENBINGO
spannend boek dat verfilmd werd

BOEKENBINGO
boek voor jouw leeftijd

p. 41

Op zoek naar een goed boek in de bibliotheek!

Wie gaat er wel eens naar de bibliotheek?

Vaak

Soms

Nooit

Oefening 1 (p. 41)

Leg in je eigen woorden uit: fictie, non-fictie, bekroning. 

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'fictie'.

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'non-fictie'.

Geef in je eigen woorden een omschrijving van het woord 'bekroning'.

Inspiratie nodig?

Neem een kijkje op p. 45 - 47.

Vul de steekkaarten in op p 42.

Boekopdracht

steekkaart

spreekopdracht