Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen.
Niet valsspelen!
Hoe snel ben je?
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen.
Niet valsspelen!
Hoe snel ben je?
Slide 1 - Slide
stopwatch
00:00
Slide 2 - Slide
Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen.
Niet valsspelen!
Hoe snel ben je nu?
Slide 3 - Slide
stopwatch
00:00
Slide 4 - Slide
Strooptest
Ontdekt door John Ridley Stroop
Stroop-effect
Het is makkelijker om woorden te lezen dan kleuren te benoemen
Slide 5 - Slide
Conclusie
De manier waarop verschillende informatie gefilterd wordt in je hersenen verschilt; sommige dingen 'vinden' je hersenen nou eenmaal belangrijker dan andere dingen.
Slide 6 - Slide
Je kunt ervoor kiezen om eerst 14.1 en 14.2 te lezen en dan deze les te doen, of eerst deze les te doen en dan de paragrafen te lezen en de vragen te maken. Of tegelijk, kan ook.
Het is wel fijn om 14.1 en 14.2 in 1x af te ronden (en dan ben je ook klaar voor week 12) omdat ze veel met elkaar te maken hebben.
Gebruik je BINAS zoveel mogelijk, de nummers worden steeds genoemd.
Slide 7 - Slide
Pak je BINAS erbij
Nr 88 bevat heel veel waardevolle afbeeldingen. Leer deze goed toe te passen.
Slide 8 - Slide
BINAS
88B
Slide 9 - Slide
BINAS
88C1
88C2
Slide 10 - Slide
Wat wordt waar verwerkt in de grote hersenen?
- Primaire sensorische centra vertalen impulsen in beeld, geluid etc.
-Secundaire sensorische centra bevatten informatie waardoor je de informatie uit de primaire centra herkent.
- Primaire motorische centra maken impulsen voor bewuste bewegingen (links doet recht en rechts doet links)
-Secundaire motorische centra bevatten informatie waardoor bewegingen vloeiend verlopen
Slide 11 - Slide
Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen.
De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie.
Slide 12 - Slide
thalamus
- impulsen van zintuigen gaan via de thalamus naar de grote hersenen
- coördinatie van de informatiestroom
- filter voor belangrijke en
onbelangrijke prikkels
Slide 13 - Slide
De thalamus als informatiefilter
Grote evenementen trekken vaak dronken relschoppers aan. Zij jutten elkaar op en het eindigt veelal met een gevecht met de politie. Flinke klappen met de wapenstok lijken hen geen pijn te doen. Een duidelijk voorbeeld van de werking van alcohol op de thalamus. Impulsen gaan vanuit je zintuigen via de thalamus naar de hersenschors. Impulsen van de pijnzintuigen zijn door de alcohol weg gefilterd in de thalamus.
Slide 14 - Slide
Je gaat naar de Subway en de geur die je daar waarneemt associeer je met je vakantie naar Frankrijk. Waar in je hersenen vindt deze associatie plaats?
A
Primaire motorische centra
B
Secundaire motorische centra
C
Primaire sensorische centra
D
Secundaire sensorische centra
Slide 15 - Quiz
De thalamus en de hypothalamus hebben verschillende functies, namelijk:
A
De hypothalamus regelt homeostase en de thalamus doet de biologische klok
B
De hypothalamus regelt de hormonen en de thalamus doet de bewegingen
C
De hypothalamus regelt homeostase en de thalamus filtert de impulsen
D
De hypothalamus regelt de hormonen en de thalamus filtert de impulsen
Slide 16 - Quiz
Gokvraag ;-) Mannen en vrouwen hebben een iets andere bouw van de thalamus. Hierdoor kunnen...
A
vrouwen beter contrast zien en mannen beter beweging
B
vrouwen beter onderscheid maken tussen tinten en mannen zien beter contrast
C
vrouwen beter contrast zien en mannen tinten beter onderscheiden
D
vrouwen beter onderscheid maken tussen tinten en mannen zien beter beweging
Slide 17 - Quiz
BINAS
88J
Slide 18 - Slide
Grijze en witte stof
Slide 19 - Slide
waar zit in de hersenen de witte stof, en waar zit de witte stof in het ruggenmerg?
A
Hersenen: binnenkant
Ruggenmerg: buitenkant
B
Hersenen: buitenkant
Ruggenmerg: binnenkant
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
01:04
Wat is een tight-junction?
A
Een eiwit waarmee cellen aan elkaar vastzitten
B
Een eiwitpoort die moleculen naar binnen laat.
C
Een onderdeel van de celmembraan
D
Een vetachtige stof die door de celmembraan kan.
Slide 23 - Quiz
Ken je/kan je toepassen: - anatomische indeling zenuwstelsel - bouw hersenen - functie bloed-hersenbariere?
A
Ja
B
Zo ongeveer
C
Niet echt
D
Neen
Slide 24 - Quiz
Reflex
Bekijk bron 8, BINAS 88K en bekijk daarna de volgende animatie in bioplek.org (link op volgende pagina).
Slide 25 - Slide
www.bioplek.org
Slide 26 - Link
BINAS
88A
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Epitheel ken je misschien wel; de bekleding van je mond en darmen is bv. epitheel. Wat is dan 'endotheel'?
A
een soort huid voor je hersenvocht
B
de bekleding van je inwendig milieu
C
de bekleding van je hersenen
Slide 29 - Quiz
4, 5, 6, 10, 11 van 13.1
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
De Cellichamen van neuronen liggen meestal in, of in de buurt van het ruggenmerg. Welk van deze neuronen heeft daardoor vaak een lange dendriet nodig?
A
motorische neuronen
B
schakelneuronen
C
sensorische neuronen
Slide 34 - Quiz
Hoe heten de onderdelen 1 en 5?
A
1 = axon
5 = insnoering van Ranvier
B
1= axon
5 = neurotransmitter
C
1 = dendriet
5 = myelineschede
D
1 = dendriet
5 = neurotransmitter
Slide 35 - Quiz
Kabel met isolatie
Zenuw met Myeline (isolatie van de zenuwcellen)
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Welk type zenuw is de zenuw die van je ruggenmerg naar je onderarm loopt?
A
waarschijnlijk een sensorische zenuw
B
waarschijnlijk een motorische zenuw
C
waarschijnlijk een gemengde zenuw
D
geen idee, ik heb niet opgelet
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Bewuste bewegingen
Reflex
Slide 41 - Slide
Zie je hier een bewuste reactie of een reflex? Waar zie je dat aan?
A
bewuste reactie, omdat de impuls via je ruggenmerg gaat
B
reflex, omdat de impuls via je ruggenmerg gaat
C
reflex, omdat de impuls niet via je hersenen gaat
D
reflex, omdat de impuls via een motorisch neuron rechtstreeks naar de spier gaat