WRE 2TN - Cursus Grammatica - Lijdend voorwerp

WELKOM BIJ NEDERLANDS!
  • Materiaal klaarleggen (boek + schrift)
  • iPad kan in de tas blijven
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM BIJ NEDERLANDS!
  • Materiaal klaarleggen (boek + schrift)
  • iPad kan in de tas blijven

Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Lesdoelen
2. Herhaling
3. Uitleg: lijdend voorwerp
4. Huiswerk bespreken
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiten

Slide 2 - Slide

  • Je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen herkennen.
  • Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde
    en het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Benoem van onderstaande zinnen de persoonsvormen en het voegwoord.
1. Ik wilde naar het strand, maar het begon te regenen.
2. Hij werkt hard, want hij wil promotie maken.
3. Zij ging naar de winkel, en hij bleef thuis.
4. Omdat het zo hard sneeuwde, besloten we thuis te blijven.
5. Hoewel hij moe was, ging hij toch sporten.
Even oefenen

Slide 4 - Slide

Het lijdend voorwerp (LV)
Een lijdend voorwerp geeft meestal aan aan wie/wat iets 'overkomt' of 'ondergaat'
Zo vind je het lijdend voorwerp:
1. Zoek de PV en verdeel de zin in zinsdelen.
2. Noteer het onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
3. Stel de vraag: Wat/Wie + WG + onderwerp?
Norah / heeft / een warme winterjas / gekocht.
''Wat heeft Norah gekocht?''
Een warme winterjas.

Slide 5 - Slide

Uitlegfilmpje!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Noteer van de volgende vier zinnen de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp.
1. Elke donderdag mailt de trainer het speelschema voor het weekend.
2. Tessa moest haar ID-kaart laten zien.
3. Mijn broer zal morgen een nieuwe laptop kopen.
4. De leraar gaf de leerlingen huiswerk.
PV =                                                          OW = 
WG =                                                          LV =
Twee zinnen ontleden
timer
3:00

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
Wat:
Kader: maak opdracht 1 tot en met 4 (blz. 212-213)
Ondertussen kijk ik het huiswerk na met basis (blz. 208-209). Kader werkt dus volledig zelfstandig.
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
Het groene kader in je boek (blz. 212)
Tijd:
Tot de laatste vijf minuten van de les. 
Klaar:
Kiezen uit: 
- Online verder oefenen (methode)
- Oefentoetsen maken in de online methode
- Mixopdrachten maken (§8 ZD Mixopdrachten)
ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 9 - Slide

  • Je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen herkennen.
  • Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde
    en het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Lesdoelen

Slide 10 - Slide