Unit 1 quiz HK 1e leerjaar

Welcome 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome 

Slide 1 - Slide

Toets information
Unit 1
woordjes
Grammatica 
Expressions = uitdrukkingen 


Slide 2 - Slide

Unit 1 Quiz
Go to www.lessonup.app/code
Use your own name!
 
 

Slide 3 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Welke informatie klopt niet bij het persoonlijk voornaamwoord
A
I schrijf je altijd met een hoofdletter.
B
Als je de vraag stelt, wie? Kom je achter het persoonlijk voornaamwoord
C
You kan 'jij', 'jullie', en 'u' betekenen.
D
It/het is geen persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
Schrijf minimaal 3 op

Slide 6 - Mind map

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Schrijf min 3 op

Slide 8 - Mind map

Bezittelijk voornaamwoord
maak een korte zin:

Slide 9 - Open question

Fill in the gap: gebruik de juiste voornaamwoord going to bij de volgende zin:

Jenny loves to read books. She brings at least one of ______ books to school each day.

Slide 10 - Open question

Woordjes lesson 2

Slide 11 - Slide

Welke rijtje klopt bij de woorden hieronder:
Potlood - vragen - agenda
A
pen - ask - timetable
B
pencil - ask - diary
C
pencil - write - diary
D
pen - write - timetable

Slide 12 - Quiz

Schrijf de juiste vertaling op:
links - rugzak - middelbare school

Slide 13 - Open question

Schrijf de juiste vertaling op:
clever - to make friends - rechts

Slide 14 - Open question

Expressions lesson 3

Slide 15 - Slide

Geef de juiste vertaling van de uitdrukking:
Ik woon bij mijn ouders.

Slide 16 - Open question

Schrijf de juiste vertaling op:
I am very fond of my dog.

Slide 17 - Open question

Woordjes lesson 3

Slide 18 - Slide

Welke rijtje klopt bij de woorden hieronder:
nicht - jong - tante
A
nephew - young - aunt
B
niece - old - uncle
C
niece - young - aunt
D
nephew - old - uncle

Slide 19 - Quiz

Schrijf de juiste vertaling op:
voorstellen - ontmoeten - erg goed

Slide 20 - Open question

To be

Slide 21 - Slide

Wat betekent het werkwoord
'to be' in het Nederlands

Slide 22 - Mind map

Maak een zin met 'to be'

Slide 23 - Open question

Maak deze zin ontkennend
She is very talented.

Slide 24 - Open question

Maak van deze zin een vraagzin:
She is shy.

Slide 25 - Open question

Woordjes lesson 4

Slide 26 - Slide

Vertaal de volgende woorden:
geïnteresseerd - lezen - mode

Slide 27 - Mind map

Lesson 5 uitdrukkingen/expressions

Slide 28 - Slide

Vertaal de zin hieronder:
We zijn gek op rugby.

Slide 29 - Open question

Vertaal de zin hieronder:
I'm really into dancing.

Slide 30 - Open question

Woordjes lesson 5

Slide 31 - Slide

Vertaal de woorden:
zomerkamp - Frankrijk - wereld

Slide 32 - Open question

Vertaal de woorden:
Holiday - Turkish - Language

Slide 33 - Open question

The end of the quiz

Slide 34 - Slide

Zijn er nog vragen?
Is er iets onduidelijk?

Slide 35 - Mind map