Unit 1 quiz HK 2e leerjaar

Welcome 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome 

Slide 1 - Slide

Toets information
Unit 1
woordjes
Grammatica 
Expressions = uitdrukkingen 


Slide 2 - Slide

Unit 1 Quiz
Go to www.lessonup.app/code
Use your own name!
 
 

Slide 3 - Slide

Meervoud

Slide 4 - Slide

Welke informatie klopt niet als je het meervoud gebruikt
A
Als het eindigt met een -y dan gebruik je 's hobby's
B
Als het eindigt op een -o dan zet je -es erachter potatoes
C
Het meervoud eindigt meestal op -s dogs
D
Als het eindigt op een sis-klank schrijf je -es erachter boxes

Slide 5 - Quiz

Schrijf minimaal 3 voorbeelden van
het meervoud op in het Engels

Slide 6 - Mind map

Persoonlijk & Bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Slide

Wat zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden
2 antwoorden zijn goed
A
my , mine,
B
he, him
C
you and you
D
our, ours

Slide 8 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord
Schrijf min. 3 voorbeelden op in het engels

Slide 9 - Mind map

Bezittelijk voornaamwoord
maak een korte zin:

Slide 10 - Open question

Fill in the gap: gebruik de juiste voornaamwoord going to bij de volgende zin:

Jenny loves to read books. She brings at least one of ______ books to school each day.

Slide 11 - Open question

Woordjes lesson 2

Slide 12 - Slide

Welke rijtje klopt bij de woorden hieronder:
baard - sproeten - rimpels
A
beard - braces - scar
B
beard - freckles - wrinkles
C
plain - freckles - scar
D
plain - braces - wrinkles

Slide 13 - Quiz

Schrijf de juiste vertaling op:
lengte - verwijderen - best

Slide 14 - Open question

Schrijf de juiste vertaling op:
tan - attractive - moustache

Slide 15 - Open question

Expressions lesson 3

Slide 16 - Slide

Geef de juiste vertaling van de uitdrukking:
Ik vind pindakaas vies.

Slide 17 - Open question

Schrijf de juiste vertaling op:
Cheers!

Slide 18 - Open question

Woordjes lesson 4

Slide 19 - Slide

Welke rijtje klopt bij de woorden hieronder:
gebied - brug - weg
A
area - remote - coast
B
dangerous - bridge - dawn
C
area - bridge - road
D
dangerous - remote - road

Slide 20 - Quiz

Schrijf de juiste vertaling op:
zonsondergang - grot - woestijn

Slide 21 - Open question

Wederkerend voornaamwoord

Slide 22 - Slide

Voorbeelden van een wederkerend voornaamwoord:
Jezelf, zichzelf, mezelf

Maak nu zelf een zin in het Engels met een wederkerend vnw.

Slide 23 - Mind map

Woordjes lesson 5

Slide 24 - Slide

Vertaal de volgende woorden:
delen - netjes - stel

Slide 25 - Mind map

Maak deze zin ontkennend
She is very talented.

Slide 26 - Open question

Present simple

Slide 27 - Slide

Wanneer gebruik je een present simple?

Slide 28 - Open question

Maak een zin met de present simple in het Engels:

Slide 29 - Mind map

Maak van de zin een ontkenning voluit geschreven:
She washes her hair.

Slide 30 - Open question

Maak een vraagzin van de zin, schrijf voluit:
Eve walks to school.

Slide 31 - Open question

Lesson 5 uitdrukkingen/expressions

Slide 32 - Slide

Vertaal de zin hieronder:
Ik ben zes jaar getrouwd.

Slide 33 - Open question

Voegwoorden

And, but, or

Slide 34 - Slide

Maak een zin met and, but of or.

Slide 35 - Mind map

The end of the quiz

Slide 36 - Slide

Zijn er nog vragen?
Is er iets onduidelijk?

Slide 37 - Mind map