3. Het Interbellum 1918 - 1939

Schrijf op waaraan je denkt bij: Hitler
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Schrijf op waaraan je denkt bij: Hitler

Slide 1 - Mind map

situatie in Dld vanaf 1918

- Voorjaarsoffensief Dld mislukt
- In Berlijn breekt de revolutie uit en Wilhelm II vlucht
- Duitsland vraagt de wapenstilstand aan
- Vrede van Versailles wijst het Duitse volk als schuldige aan

 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Dld werd een parlementaire democratie:

  •  De Rijksdag kreeg veel meer macht dan onder de keizer

  •  Er kwam een president (voor 7 jaar gekozen) 

  •  Republiek van Weimar (1919 - 1933)
 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Republiek van Weimar
  • is de naam van Duitsland tussen 1919 - 1933:
  • 1919: ondertekening van de nieuwe grondwet in Weimar
  • 1933: na het aan de macht komen van Hitler (januari) schaft hij de democratie af en begint de dictatuur 

Slide 10 - Slide

Republiek van Weimar


(Wapenstilstand: 11-11-1918)










  • 1919 - 1933
  • parlementaire democratie, coalitie van:
  • SPD, katholieken, liberalen 
  • problemen, ontevredenheid over:
  • 1.  verlies oorlog > dolkstootlegende
  • 2. economische crisis na WO I
  • 3. Verdrag van Versailles oa:
  •      - schuld oorlog
  •      - herstelbetalingen:
  •      - 132.000.000.000 goudmark

Slide 11 - Slide

Dus: direct na WO I grote zorgen in Duitsland:
  • Economische problemen > Dld kan schulden niet af betalen (1923)
  • bezetting Ruhrgebied door Fransen en Belgen >
  • arbeiders staken >
  • inflatie >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>
  • staatsgreep Hitler 
  • 1924: Dawesplan 

Slide 12 - Slide

Dawesplan:
  • Fransen militairen weg (eis VS)
  • Am. leningen en investeringen >
  • economisch herstel >
  • betere verhoudingen in Europa:
  • Dld lid van de Volkenbond (1926)
  • Duitsers kregen vertrouwen in de parlementaire democratie
  • tot: de economische crisis in 1929 (Beurskrach in Amerika)


Slide 13 - Slide

Crisis in de VS:
  • na wo I economische bloei >
  • velen kochten aandelen
  • vaak met geleend geld >
  • Beurskrach >
  • banken failliet >
  • bedrijven failliet >
  • vele werklozen >
  • crisis slaat over naar
  • Europa
  • 2 video's over de Beurskrach:

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Door economische crisis velen ontevreden:
  • miljoenen Duitsers werkloos
  • roep om een sterke leider neemt toe >
  • Hitler (Dld, 1933) ) en Italië (Mussolini, 1922): fascisme:
  • - tegen democratie
  • - nationalisme
  • - militarisme: gebruik geweld is goed om doelen te halen
  • - veel propaganda, o.a. persoonsverheerlijking
  • - NSDAP: anti-semitisme: 
  •                     joden krijgen schuld van economische crisis en verlies WO I.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video