m4 Theme 2 - word order

English - m4

WORD ORDER
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English - m4

WORD ORDER

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Option 1:

Listen to instructions about word order
Option 2:

Finish the exercises until ex. 20

Slide 3 - Slide

Today

Slide 4 - Slide

Word order-Woordvolgorde
Woordvolgorde is de manier waarop een Engelse zin opgebouwd is uit woorden.

Je houdt een bepaalde volgorde aan van verschillende woorden en daar vorm je een correcte Engelse zin mee.

Slide 5 - Slide

Learning goals
  • You know what the word order of an English sentence should look like

Slide 6 - Slide

Word order : wat moet je weten

Wie-doet- wat-waar-wanneer

OW- WW- LV- plaats- tijd



Slide 7 - Slide

Wie-doet-wat-waar-wanneer

He had a drink at the pub last night


Slide 8 - Slide

Plaats en tijd zet je meestal aan het einde van de zin   (de tijd mag ook vooraan, behalve bij vraagzinnen)

We went to school yesterady

Yesterday we went to school

Slide 9 - Slide

ezelsbruggetje 

PieT

plaats voor tijd




Slide 10 - Slide

I - an - old lady - helped- at the train station - yesterday.

Slide 11 - Open question

to the cinema - love - I - going.

Slide 12 - Open question

Naomi - me - with my homework - yesterday - helped.

Slide 13 - Open question

bought - I - last month - a new phone

Slide 14 - Open question

Bijwoorden van frequentie
always = altijd
never = nooit
sometimes = soms
usually = gewoonlijk (meestal)
often = vaak
rarely = zelden

Slide 15 - Slide

Waar staan ze in de zin?

Deze woorden geven aan hoe vaak iets gebeurt.
1. Ze staan vaak voor het werkwoord.

I always get nervous before a concert.
You often
go to the cinema.
We never
play tennis.

Slide 16 - Slide

Waar staan ze in de zin?
Een bijwoord staat altijd voor het werkwoord, behalve...
als het werkwoord een vorm van 'to be' is:
am/are/is/was/were

I am always late for school.

Slide 17 - Slide

goes - she- to school - by bike - always

Slide 18 - Open question

never - doing - the dishes - they - like

Slide 19 - Open question

practice makes perfect

exercise 14 p. 39

exercise 15 p. 40

Slide 20 - Slide

HOMEWORK Nov 25
leren voc G + H;
maken t/m ex 21

Slide 21 - Slide