Les 1.9 10 okt

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

 Today

• Translate the sentences

• Check homework exercises

• Play Quizlet about vocabulary 1.1 t/m 1.4

• Work on reading text / self-test

Translate

1. Gaat zij haar grootouders vanavond om acht uur bellen?
2. Hun docent vraagt of zij hun tassen kunnen verzamelen (=collect).
3. Wat ben je aan het koken? Ik ben rijst aan het koken. 
4. Die vriend van mij ontdekte (=discover) gisteren een nieuw spel op zijn iPad. Hij is het nu aan het spelen.
5. Victor gaat op 23 januari zijn verjaardag vieren, toch?

Gaat zij haar grootouders vanavond om acht uur bellen?

Translate

Gaat zij haar grootouders vanavond om acht uur bellen?

Is she going to call her grandparents at 8 o'clock tonight? 

tonight at 8 o'clock? 

Hun docent vraagt of zij hun tassen kunnen verzamelen.

Translate

Hun docent vraagt of zij hun tassen kunnen verzamelen?

Their teacher asks if they can collect their bags.

Wat ben je aan het koken? Ik ben rijst
aan het koken.

Translate

Wat ben je aan het koken? Ik ben rijst

aan het koken. 

What are you doing? I'm cooking rice.

Die vriend van mij ontdekte gisteren een nieuw spel op zijn iPad. Hij is het nu aan het spelen.

Translate

Die vriend van mij ontdekte gisteren een nieuw spel op zijn iPad. Hij is het nu aan het spelen.

That friend of mine discovered a new game on his iPad yesterday. He is playing it now.

Victor gaat op 23 januari zijn verjaardag vieren, toch?

Translate

Victor gaat op 23 januari zijn verjaardag vieren, toch?

Victor is going to celebrate his birthday on 23rd January, isn't he?

Do the exercises

Work on exercises

Check: Catch up (WB page 36-37)

Finished?

Study: Irregular verbs / vocabulary unit 1 (Quizlet)

Do: Oefentekst 2 (GB page 42-43)

Do online: Self-test unit 1 (SOM-leermiddelen-2 havo/vwo)