Lowan thema 1 De school werkwoorden
1 / 50
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Ik (pakken)
A
pak
B
pakk
C
paak
D
pakt
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Hij (wijzen)
A
wijs
B
wijst
C
wijzt
D
wijset
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Jij (lezen)
A
lezt
B
lest
C
leest
D
leezt
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Hij (leren)
A
leer
B
lert
C
leeret
D
leert
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
wij (schrijven)
A
schrijfen
B
schrijvet
C
schrijven
D
schrijft
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Ik (tekenen)
Ik.....
Ik.....
Slide 32 - Open question
Slide 33 - Slide
Jana (staan)
A
staan
B
staat
C
stat
D
staant
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
De juf ..... (zitten)
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Slide
Jullie (kijken) naar de juf.
A
kijk
B
kijkt
C
kijken
D
kijket
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
De leerling (praten) met de meester.
A
prat
B
praat
C
praten
D
pratet
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Slide
Ik (zijn) mooi.
A
zijn
B
zijnt
C
ben
D
is
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
De juf en de meester (liggen)
A
liggen
B
ligt
C
liggt
D
ligen
Slide 44 - Quiz
Slide 45 - Slide
Zeggen.
ik........
ik........
Slide 46 - Open question
Slide 47 - Slide
komen
jij ......
jij ......
Slide 48 - Open question
Slide 49 - Slide
Ik .... de pen.
