Hst 4 Natuurrampen Par 1 -4

1 / 51
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vrijdag = de toets

Hst 4

Par 2, 3 en 4 

De leerdoelen op Itslearning

De begrippen (achterin)


LAPTOP MEE!

Slide 2 - Slide

Welke natuurrampen hebben we behandeld?

Slide 3 - Mind map

Orkaan

Slide 4 - Slide

Tsunami

Slide 5 - Slide

tornado

Slide 6 - Slide

H4 Natuurrampen
Meneer Orbons 
SMC 2017
Brugklas
Vulkaanuitbarsting

Slide 7 - Slide

Aardbeving

Slide 8 - Slide


Wat is de juiste volgorde naar de aardkern?
A
Mantel- kern-aardkorst
B
Aardkorst-mantel-kern
C
Aardkorst- kern-mantel
D
Kern-mantel-aardkorst

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Welke beweging van aardplaten bestaat niet?
A
Naar elkaar toe
B
Van elkaar af
C
langs elkaar
D
diagonaal van elkaar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide


Wat doet een seismoloog?
A
Een kastje wat de kracht van een aardbeving meet
B
Iemand die vulkanen onderzoekt
C
Iemand die aardbevingen onderzoekt
D
Iemand die helpt na een aardbeving

Slide 18 - Quiz

Wat is het epicentrum van een aardbeving?

Slide 19 - Open question

Par 4.3 Vulkanen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Het oog van de orkaan, hierin is het windstil. Het oog kan een doorsnede hebben van 30 tot 50 km. 
Orkanen ontstaan boven warm zeewater (26,5gr) Het zijn eerst tropische stormen (depressie) die kunnen uitgroeien tot Orkanen. 
Orkanen in de VS draaien linksom, tegen de wijzers van de klok in. 
Orkanen(NL) hebben verschillende namen

Hurricane in de VS
Cycloon in ZuidOost Azië
Tayfoon in Oost Azië
Orkanen zijn 'grote' jongens. De doorsnede kan wel 500 tot 1.500 km zijn. 
In de VS is het ieder jaar raak. Vanaf zee trekken er 5 tot 10 orkanen per jaar via het oosten en Zuidoosten over het land. 

Slide 30 - Slide

Kenmerken
  • Windsnelheden van 100 tot 250 km/u
  • Orkanen duren gemiddeld 5 tot 10 dagen
  • pas boven land is een orkaan uitgeraasd

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Slide

Waar komt vulkanisme meestal voor?
A
aan de plaatgrens
B
bij gebergtevorming
C
Midden op de plaat
D
op de continentale plaat

Slide 34 - Quiz

Tsunami

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Een niet werkende vulkaan heet:
A
een niet-werkende vulkaan
B
een vulkoff
C
een dode vulkaan
D
een slapende vulkaan

Slide 39 - Quiz

Wat is eruptie?
A
Uitbarsting van een vulkaan
B
ingestorte vulkaan
C
magma wat in lava veranderd
D
scheur in de aardkorst

Slide 40 - Quiz

Wat is lava?
A
As en stenen
B
As en rook
C
Gesmolten gesteente in de vulkaan
D
Gesmolten gesteente wat uit de vulkaan stroomt

Slide 41 - Quiz

Wat is het epicentrum?
A
Noodcentrum bij een aardbeving
B
Gat van de vulkaan waar de lava uitkomt
C
Wolk boven de vulkaan
D
Plaats waar de aardbeving het hardst is

Slide 42 - Quiz

Wat is een natuurlijke oorzaak van een aardbeving?
A
Twee botsende aardplaten
B
Vulkaan-uitbarsting
C
Gasboringen
D
Mijnbouw

Slide 43 - Quiz

Wat is een tsunami?
A
Zeer explosieve vulkaan
B
Puinlawine
C
Vloedgolf als gevolg van aardbeving
D
een trog

Slide 44 - Quiz

Als een orkaan aan land komt zal deze
A
Versterken
B
het zelfde blijven
C
Afzwakken
D
Direct stoppen

Slide 45 - Quiz

In het oog van de orkaan is het windstil.
A
goed
B
fout

Slide 46 - Quiz

Een orkaan kun je ruim van te voren zien aankomen.
A
goed
B
fout

Slide 47 - Quiz

Hoe warm moet het zeewater minimaal zijn bij het ontstaan van een orkaan?
A
26 graden
B
28 graden
C
30 graden
D
24 graden

Slide 48 - Quiz

Hoe warm moet het zeewater minimaal zijn bij het ontstaan van een orkaan?
A
26 graden
B
27 graden
C
30 graden
D
24 graden

Slide 49 - Quiz

Een tsunami wordt pas gevaarlijk als hij bij de kust komt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quiz

Hoe ontstaat een tsunami?
A
Er ontstaat een rimpeling in het water
B
Er is een onderzeese aardbeving
C
Er ontstaat een erg lange golf
D
Er is een vloedgolf

Slide 51 - Quiz