Lesson 30/3

What are we going to do today? 
- Grammar revision 
- Quizlet 
- Gimkit

Lesson Goals: At the end of the class you know how at least 5 new words from chapter 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

What are we going to do today? 
- Grammar revision 
- Quizlet 
- Gimkit

Lesson Goals: At the end of the class you know how at least 5 new words from chapter 4

Slide 1 - Slide

Articles (lidwoorden)
In het Nederlands heb je ook bepaalde lidwoorden die we gebruiken. 
We hebben er 3: 
- de 
- het 
- een 

In het Engels hebben we er ook 3: 
- The 
- A & An 

Slide 2 - Slide

Een lidwoord komt voor het zelfstandig naamwoord te staan. 
Een meisje = A girl. 

The: betekend 'de'. Deze gebruik je bij zowel enkelvoud als meervoud. 
de katten = the cats 

An & a: betekenen 'een'.  Je gebruikt deze woorden dus alleen bij enkelvouden. 

Slide 3 - Slide

an gebruik je wanneer er sprake is van een klinkerbotsing. 
a apple kan bijvoorbeeld niet want apple begint met een A. dus gebruik je an apple. 

Let op! Sommige woorden beginnen met een klinker als je het schrijft, maar je hoort een medeklinkerklankaan het begin.  
Bijvoorbeeld bij het woord uniform. Je hoort een 'j', dus gebruik je a.

Slide 4 - Slide

Sommige woorden beginnen met een medeklinker als je het schrijft, maar je hoort een klinkerklank aan het begin.  
Bijvoorbeeld bij hour waar de 'h' niet wordt uitgesproken. Je hoort 'au' dus gebruik je an. 

Slide 5 - Slide

I witnessed ..... (een) accident yesterday.
A
a
B
an

Slide 6 - Quiz

The flag is hanging from .... (de) building.
A
the
B
an

Slide 7 - Quiz

Imperative
In het Nederlands noemen we dit de: gebiedende wijs. 

Je gebruikt hem om bevelen, instructies, advies en waarschuwingen te geven. 

Slide 8 - Slide

Imperative 
Om hem te maken gebruik je de stam van het werkwoord: 
cross the street. - wait for me. 

Om hem ontkennend te maken zet je: don't ervoor. 
don't cross the street. - don't wait for me. 

Slide 9 - Slide

Present Continuous
De PC is de duurvorm in de tegenwoordige tijd. Dat betekend dat je de PC gebruikt om aan te geven dat iets nu aan de gang is. Je kunt de PC ook gebruiken om irritatie uit te drukken (gebruik dan woorden als: always, never, again, still. 

Je maakt de PC door: 
to be + hele werkwoord + ing 
I am walking - They are always stealing my lunch, I hate it!! 

Slide 10 - Slide

Je kunt ook de verkorte vormen van to be gebruiken: 'm (am), 're (are), 's (is) 
I'm = I am. We're = we are. He's = He is 
He's never talking to me. 

Als het woord eindigt op een -e, dan verdwijnt die -e in de -ing vorm. 

Have = having. 

Slide 11 - Slide

We .................. (to walk) home.
A
is walking
B
are walking
C
are walk
D
am walk

Slide 12 - Quiz

You ....................... (always - to talk) angry at me.
A
are always talking
B
is always talking
C
is always talk
D
are always talk

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Mind map