TW 1 Vaste tekststructuren oefenen V3A

Vaste tekststructuren 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vaste tekststructuren 

Slide 1 - Slide

Oefenen met tekststrucuren
Je kent de volgende vaste structuren:
  • probleem-oplossingsstructuur
  • verklaringsstructuur
  • verleden-heden(-toekomst)structuur
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag- en antwoordstructuur

Slide 2 - Slide

10 minuten doornemen blz. 13 en blz. 46/47
  • probleem-oplossingsstructuur
  • verklaringsstructuur
  • verleden-heden(-toekomst)structuur
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag- en antwoordstructuur

Slide 3 - Slide

Welke structuur bevat oorzaken in het middenstuk?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 4 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij een betoog?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verklaringsstructuur

Slide 5 - Quiz

Verklaringsstructuur
- inleiding: bepaald verschijnsel
- kern: kenmerken/ verklaringen/ voorbeelden
- slot: ?
Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan?
A
samenvatting
B
eigen mening
C
het probleem
D
vraagstelling

Slide 6 - Quiz

Inleiding: onderwerp
middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp worden
besproken
slot: samenvatting
Deze indeling hoort bij de volgende structuur:
A
argumentatiestructuur
B
voor en nadelen structuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 7 - Quiz

Een tekst waarin wordt uitgelegd hoe het broeikaseffect is ontstaan, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met argumentatiestructuur

Slide 8 - Quiz

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden (toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Voor/nadelenstructuur
D
Aspectenstructuur

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
aspectenstructuur
B
onderwerpstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
vraag- en antwoordstructuur

Slide 10 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 11 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een informatieve tekst?
A
Een aspectenstructuur
B
Een vraag-antwoord-structuur
C
Een argumentatie-structuur
D
Een verklaringstructuur

Slide 12 - Quiz