18. Pronomen 1+4 tabellen + sein/haben /werden test
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
STARTOPDRACHT
schrijf de ik vorm op van (in het Duits)
kunnen
willen
mogen
moeten (absoluut)
leuk
moeten (zou)
weten
graag willen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Items in this lesson
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
STARTOPDRACHT
schrijf de ik vorm op van (in het Duits)
kunnen
willen
mogen
moeten (absoluut)
leuk
moeten (zou)
weten
graag willen
Slide 1 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 2 - Slide
Woche: sechsundvierzig
Am Ende dieser Stunde:
1. Pronomen in Nominativ oder Akkusativ
2. sein/haben/werden Test
3. hast die Wörter der Lektionen 1,2,3 wiederholt
Slide 3 - Slide
1. Pronomen in Nominativ oder Akkusativ
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 4 - Slide
1. (hij)........schlägt (hem)..........
2. Das Buch ist für (mijn).........Bruder.
3. (zijn) .....Mutter geht nicht ohne (haar)...........
4. Um (haar).........geht (hij) .......gegen (ons)........in.
5. (zij) ......küsst (haar)........Freund.
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 5 - Slide
Personalpronomen (=persoonlijke voornaamwoord)
Possesivpronomen (=bezittelijk voornaamwoord)
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
4e
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1e en 4e
mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
der/das
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr
Ihr
die/die
meine
deine
seine
ihre
unsere
eure
ihre
Ihre
der 4e
meinen
deinen
seinen
ihren
unseren
euren
ihren
Ihren
Slide 6 - Slide
1. (hij)....Er....schlägt (hem)...ihn.......
2. Das Buch ist für (mijn)....meinen.....Bruder.
3. (zijn) ..Seine...Mutter geht nicht ohne (haar).....sie......
4. Um (haar)...Sie......geht (hij) .er......gegen (ons)..uns......in.
5. (zij) ..Sie....küsst (haar)..ihren......Freund.
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 7 - Slide
2. sein/haben/werden Test
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 8 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1. zijn geweest
11. het is
2. jij hebt
12. hij heeft
3. jullie zijn
13. zij zijn
4. het heeft
14. hebben gehad
5. jij bent
15. ik heb
6. hij is
16. wij zijn
7. zij hebben
17. jullie hebben
8. u heeft
18. ik word
9. u bent
19. jij wordt
10. zij is
20. hij wordt
Slide 9 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1. zijn geweest
sind gewesen
11. het is
es ist
2. jij hebt
du hast
12. hij heeft
er hat
3. jullie zijn
ihr seid
13. zij zijn
sie sind
4. het heeft
es hat
14. hebben gehad
haben gehabt
5. jij bent
du bist
15. ik heb
ich habe
6. hij is
er ist
16. wij zijn
wir sind
7. zij hebben
sie haben
17. jullie hebben
ihr habt
8. u heeft
Sie haben
18. ik word
ich werde
9. u bent
Sie sind
19. jij wordt
du wirst
10. zij is
sie ist
20. hij wordt
er wird
Slide 10 - Slide
3. hast du die Wörter des Kapitels wiederholt
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 11 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 12 - Slide
Dieser Unterricht lerntest du:
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 13 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:
keine
