pers. vnw t2a te bewerken

Bonjour b1e!!!!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour b1e!!!!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
1. De opdrachten die je af moest maken bespreken (werkwoorden op _ER, être, avoir en de ontkenning)
2. Samen een paar zinnen maken om te checken of je het begrijpt
3. zelfstandig opdrachten online maken

Slide 2 - Slide

1. De opdrachten die je af moest maken bespreken (werkwoorden op _ER, être, avoir en de ontkenning)

Je moet nu je stencil bij de hand hebben.

Slide 3 - Slide

2. Samen een paar zinnen maken om te checken of je het begrijpt

Slide 4 - Slide

Vertaal: Hij is met de bus gekomen

Slide 5 - Open question

Aujourd'hui nous .....à la maison (être)
A
avons
B
sommes
C
allons

Slide 6 - Quiz

Tu ...........où?
A
Habite
B
habites
C
habitons
D
habitent

Slide 7 - Quiz

Mes amis ........aux Pays-Bas (habiter)

Slide 8 - Slide

Mes amis habitent aux Pays-Bas

Slide 9 - Slide

Vous .......un film? (regarder)

Slide 10 - Slide

Vous regardez un film

Slide 11 - Slide

Vertaal: Wij vieren Kerstmis

Slide 12 - Open question

Vertaal: het is een religieuze feest.

Slide 13 - Open question

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin als er geen heel werkwoord is?
A
voor de persoonsvorm
B
na de persoonsvorm

Slide 14 - Quiz

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord als er een hele werkwoord is?
A
voor de persoonsvorm
B
voor het hele werkwoord
C
na de persoonsvorm
D
na het hele werkwoord

Slide 15 - Quiz

Met welk persoonlijk vnw kan je het lijdend voorwerp vervangen?
Je cherche mon ballon dans le jardin.
A
le
B
l'
C
la
D
les

Slide 16 - Quiz

Met welk persoonlijk vnw kan je het lijdend voorwerp vervangen?
J'invite mes amis à mon anniversaire.
A
le
B
l'
C
la
D
les

Slide 17 - Quiz

Met welk persoonlijk vnw kan je het lijdend voorwerp vervangen?
J'aime cet acteur
A
le
B
l'
C
la
D
les

Slide 18 - Quiz

Zet de woorden in de goede volgorde:
prenons / le/ bus / à huit heures

Slide 19 - Open question

Zet de woorden in de goede volgorde:
ai / les/ acheté/ l'

Slide 20 - Open question

Nu  gaan we verder
  • De leerlingen thuis: oefenen het werkwoord venir met verbuga
  • In de klas: exerice 8D samen

Slide 21 - Slide