Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden

Slide 1 - Slide

lidwoorden
de
het
een

Slide 2 - Slide

De vakantie ging veel te snel voorbij.
hoeveel lw?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 3 - Quiz

De docent zit achter het bureau.
hoeveel lw?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 4 - Quiz

Mijn moeder eet een appel.
lw=

Slide 5 - Open question

Ik zit op ... stoel deze opdrachten te maken.

Slide 6 - Open question

zelfstandig naamwoord (zn)
mensen, dieren, dingen, planten en namen

bijv: huis, hond, tafel, stoel, boom, Corlaer College

Slide 7 - Slide

Mijn telefoon ligt op tafel terwijl ik huiswerk mak.
hoeveel zn?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 8 - Quiz

De appel valt niet ver van de boom.
hoeveel zn?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 9 - Quiz

Ik eet graag aardappels, vlees en een taartje.
noteer de zn.

Slide 10 - Open question

De leraar geeft uitleg over een wiskundesom.
Noteer de zn:

Slide 11 - Open question

Aan de slag!
Cursus 5, paragraaf 3
Maak opdracht 1 t/m 5

Slide 12 - Slide