Dienstag, den 2. November 2020

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Grammatik A

Herhaling

Persoonlijk voornaamwoord in de eerste naamval - koppel de juiste vertalingen aan elkaar

ik

jij

hij

zij (ev)

het

wij

jullie

zij (mv)

u

wie

wat

ich

du

er

sie (ev)

es

wir

ihr

sie (mv)

Sie

wer

was

Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval

Schrijf het Duitse persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval op

ik - ich

jij - du

hij - er

zij (ev) - sie (ev)

het - es

wij - wir

jullie - ihr

zij (mv) - sie (mv)

u - Sie

wie - wer

wat - was

de voorzetsels 

met de vierde naamval

Koppel de juiste vertaling van de voorzetsels met de vierde naamval aan elkaar

door

voor

zonder

om

tot

tegen

durch

für

ohne

um

bis

gegen

Schrijf nu de voorzetsel met de vierde naamval in het Duits op

Ende

ENDE