Hartfalen

Hartfalen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AFPVerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hartfalen

Slide 1 - Slide

Bij een geleidingsstoornis functioneert de sinusknoop of de AV-knoop niet goed, hierdoor...
  • slaat het hart te snel/traag
  • slaat het hart onregelmatig
  • slaat het hart niet
geleidingsstoornissen

Slide 2 - Slide

  • te trage hartslag (bradycardie)
  • te snelle hartslag (tachycardie)
geleidingsstoornissen

Slide 3 - Slide

• Hartkloppingen
• Duizeligheid
• Kortademigheid
• Soms pijn op de borst of flauwvallen

  • Oorzaken:
  • • Hypertensie of hartfalen
  • • Kleplijden (mitralisklep) • COPD • Hyperthyreoïdie
  • Behandeling:
  • • Frequentiecontrole: β-blokker (metoprolol) of calciumantagonist (verapamil, diltiazem)
  • • Ritmecontrole: elektrische of medicamenteuze cardioversie (amiodaron)
  • • Antistolling: DOAC of vitamine K-antagonist (acenocoumarol)
  • • Eventueel ablatie van de fluttercircuit in het atrium

Slide 4 - Slide

Vaak geen klachten — vooral als het bij rust optreedt of tijdelijk is.
Duizeligheid
Flauwvallen (zelden)
Vermoeidheid of traag hartritme
  • oorzaak Medicijnen die de hartgeleiding vertragen, zoals: β-blokkers (bijv. metoprolol)
  • Digoxine, Calciumantagonisten (verapamil, diltiazem)
  • Ischemie of infarct van de AV-knoop
  • Veroudering van het geleidingssysteem
  • Behandeling: Meestal niet nodig 0f Oorzaak aanpakken: Stoppen of aanpassen van medicijnen die geleiding vertragen
  • Behandelen van een onderliggende oorzaak (zoals hartinfarct of elektrolytstoornis)
  • pacemaker.

Slide 5 - Slide

Duizeligheid
• Flauwvallen of bijna-syncope
• Vermoeidheid
• Soms geen klachten 
  • Oorzaken:
  • • Fysiologisch bij goed getrainde personen of slaap
  • • Medicatie (β-blokkers, digoxine, verapamil)
  • • Hypothermie
  • • Sinusknoopziekte
  • Behandeling:
  • • Alleen bij klachten of te lage output
  • o Stop bradycardiserende medicatie
  • o Atropine 0,5 mg i.v. (zo nodig herhalen tot 3 mg)
  • o Indien geen effect: tijdelijke pacemaker of dopamine-infusie



Slide 6 - Slide

Klachten / verschijnselen
Plots bewusteloos
Geen pols of ademhaling
Geen hartslag hoorbaar
Soms vooraf: pijn op de borst of hartkloppingen
  • Oorzaken:
  • VF ontstaat vaak door een ernstige hartziekte of acuut probleem, bijvoorbeeld:
  • Acuut hartinfarct (meest voorkomend)
  • Zuurstoftekort van het hart (ischemie)
  • Elektrolytstoornissen (zoals te weinig kalium of magnesium) Ernstig hartfalen of cardiomyopathie of Elektrische schok. Na reanimatie of bij ernstige ritmestoornissen 
  • Directe reanimatie is noodzakelijk!
  • Gebruik een AED (defibrillator)
  • Medische behandeling (in het ziekenhuis):
  • Adrenaline en amiodaron via infuus
  • Zo snel mogelijk onderliggende oorzaak behandelen 

Slide 7 - Slide

  • boezemfibrilleren
  • de boezem trillen waardoor ze geen slag maken
  • de kamers pompen te weinig bloed naar de vaten (hartfalen dreigt)
geleidingsstoornissen

Slide 8 - Slide

  • kamerfibrilleren
  • de kamers trillen waardoor ze geen slag maken
  • dit lijkt op een hartstilstand
geleidingsstoornissen

Slide 9 - Slide

Decompensatio Cordis

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Bij hartfalen schiet de pomp functie van het hart tekort...
  • hierdoor verliest het hart aan slagkracht
  • a - komt door een zwakke hartspier (in actie)
  • systolisch hartfalen
hartfalen

Slide 13 - Slide

Bij hartfalen schiet de pomp functie van het hart tekort...
  • hierdoor verliest het hart aan slagkracht
  • b - komt door een verharde hartspier (in rust)
  • diastolisch hartfalen
hartfalen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

De klachten zijn afhankelijk van welke harthelft faalt...
  • zowel de linker- als de rechterhelft kan falen.
hartfalen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

A) linker hartfalen
  • de LK pompt te weinig bloed
  • de aorta krijgt te weinig door
  • het lichaam krijgt te weinig zuurstof

hartfalen
LK
te weinig bloed

Slide 19 - Slide

A) linker hartfalen
  • er blijft bloed achter (stuwing) in de longaders
  • vocht komt in de longblaasjes terecht (longoedeem)
hartfalen

Slide 20 - Slide

Symptomen links 
  • Kortademigheid (dyspneu): vooral bij inspanning of in liggende positie.
  • Vermoeidheid en zwakte: door verminderde bloedtoevoer naar spieren en organen.
  • Nachtelijke kortademigheid (paroxismale nachtelijke dyspneu): plotselinge kortademigheid die 's nachts optreedt.
  • Orthopneu: kortademigheid bij het liggen, waardoor men vaak rechtop moet slapen.
  • Aanhoudende hoest of piepende ademhaling: vooral 's nachts, soms met roze of wit schuimend sputum.

Slide 21 - Slide

B) rechter hartfalen
  • de RK pompt te weinig bloed
  • druk stijgt in de aders van het lichaam
  • stuwing ontstaat: oedeem
hartfalen
RK
te weinig bloed

Slide 22 - Slide

Symptomen rechts hartfalen
  • Oedeem: zwelling in de benen, enkels, voeten en soms de buik door vochtophoping.
  • Opgeblazen gevoel in de buik (ascites): door vochtophoping in de buikholte.
  • Gewichtstoename: snelle toename van 2 tot 3 kilo in enkele dagen door vochtretentie.

  • Verminderde eetlust en misselijkheid: door vochtophoping in het spijsverteringskanaal.

  • Frequent nachtelijk urineren (nycturie): door herverdeling van vocht tijdens het liggen.

Slide 23 - Slide

Oorzaken van hartfalen?

Slide 24 - Mind map

Oorzaken
  • Ischemie --> litteken hart, trekt niet meer samen
  •  Hypertensie--> Harder werken, pompen tegen hoge druk. Myocard wordt dikker, minder soepel en stijver.

  • AF = Atriumfibrilleren--> extra inspanning van het hart
  • Klepaandoening --> Bij een lekkende klap moet het hart extra veel moeite doen
  • Cardiomyopathie = aandoening van de hartspier, verwijd of verdikt. 

Slide 25 - Slide

Diagnostiek

Slide 26 - Mind map

Diagnostiek 
  • Bloedonderzoek
  • X Thorax
  • ECG
  • Echocardiogram
  • Hartcatheterisatie
  • Inspanningsonderzoek (fiets- of looptest)

Slide 27 - Slide

Behandelingen
  • Klepvervanging
  • CAG/PCI/CABG --> oplossen ischemie
  •  Ablatie--> Ritmestoornissen
  • Pacemaker ( bradycardie )
  • ICD (brady of tachycardie, AF, VT, VF)
  • Biventriculaire pacemaker: . Dit type pacemaker wordt geïmplanteerd bij sommige mensen met hartfalen. Een biventriculaire pacemaker geeft gelijktijdig een prikkel af aan de linker- en rechterkamer, zodat deze weer synchroon samentrekken, en de pompfunctie van het hart verbetert. Een biventriculaire pacemaker wordt ook wel een CRT-P genoemd

Slide 28 - Slide

Medicamenteuze behandeling

Slide 29 - Mind map

Behandeling met medicijnen
  • ACE-remmer of ARNI: een ACE-remmer is een bloeddrukverlager en een ARNI is een combinatie van een bloeddrukverlager en een medicijn dat je hart ondersteunt. ACE bijvoorbeeld perindopril & Arni bijvoorbeeld Valartan

  • Bètablokker: medicijn dat je hartslag en de bloeddruk verlaagt. Bijvoorbeeld metoprolol.

  • MRA: Het medicijn zorgt voor afvoer van vocht en natrium. Bijvoorbeeld spironolacton.

  • lisduoretica: zoals Furosemide of Bumetanide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Leefstijl
Wat zou je iemand met hartfalen kunnen adviseren rondom zijn of haar leefstijl?

Slide 32 - Slide

Levensstijlveraneringen
  • Gezonde gevarieerde voeding
  • Beweging
  • Geen zout/ Minder zout
  • Vochtbeperking 1,5 liter
  • Dagelijks wegen ( zelfde weegschaal, zelfde moment, dagboek)
  • Stoppen met roken ( minder zuurstof in de bloedbanen )
  • Ondersteuning van de hartfalenverpleegkundige/ diëtiste

Slide 33 - Slide


                                                          Hartfalen bij ouderen
-85% van mensen met
 hartfalen is 65 jaar of
 ouder
-33% van mensen in een
 verpleeghuis heeft hartfalen
-bij 50% niet herkend

Slide 34 - Slide

          -Klachten horen bij ouderdom
          -Klachten horen bij een al bekende    
            diagnose

          -Longziekten - COPD
          -Suikerziekte - Diabetes Mellitus

Slide 35 - Slide

Wat is belangrijk om in de gaten te houden bij een client met hartfalen ? ?

-Bloeddruk
-Gewicht

Slide 36 - Slide

Wat adviseer je een cliënt die het benauwdheid heeft in de bed ?



Zet de hoofdsteun van het bed omhoog. 

Slide 37 - Slide

vragen? expert: 

Slide 38 - Slide