Vul de juiste voorzetsels in. Bij de laatste twee zinnen zijn het een voorzetseluitdrukkingen. Noteer daar ook één voorzetsel waarmee je dat kan vervangen.
Zelfstandig, 3 minuten
1. Moet de school meer aandacht schenken ... financiële opvoeding?
2. Fietsers en wandelaars: Houdt rekening ... eventuele gladheid!
3. Deborah verbaast zich ... de belangstelling voor haar nieuwe kapsel.
4. De politie weet nog niet wie verantwoordelijk is ... de vernielingen.
5. De straat achter de school is afgesloten ... verband ... graafwerkzaamheden.
6. ... grond ... handschrift analyse werd vastgesteld wie de dader was.