Verhoudingen en Gecijferdheid

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je I-pad, schrift en pen
  • Rekenmachine mag
  • Log alvast in bij LessonUp
timer
3:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je I-pad, schrift en pen
  • Rekenmachine mag
  • Log alvast in bij LessonUp
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Verhoudingstabbellen

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je:
  • Vertellen wat een verhouding is
  • Een verhoudingstabel invullen
  • Een berekening maken met een verhoudingstabel

Slide 3 - Slide

Instapopdracht:
5 muffins kosten 3 euro. Wat kosten 15 muffins?
A
3 euro
B
6 euro
C
9 euro
D
12 euro

Slide 4 - Quiz

Wat zijn Verhoudingen?
Een verhouding bestaat uit twee of meer getallen. Je komt verhoudingen tegen bij hoeveelheden, prijzen en aantallen.

Bijvoorbeeld: 
In 1 pak zitten 24 rollen wc-papier
Dit is een verhouding tussen het aantal 
pakken wc-papier en het aantal rollen wc-papier.

Slide 5 - Slide

In 2 uur leg je 12 kilometer af.
Vul in: Dit is een verhouding tussen ......... en ...........

Slide 6 - Open question

Je koopt 3 appelflappen voor €2,40
Vul in: Dit is een verhouding tussen ......... en ...........

Slide 7 - Open question

Verhoudingstabel
Je kunt verhoudingen in een verhoudingstabel zetten. Je schrijft in elke rij van de tabel een ander getal uit de verhouding. 

Slide 8 - Slide

Verhoudingstabel

Slide 9 - Slide

Vul in:

Slide 10 - Open question

Vul in (ook de linkerkant):

Slide 11 - Open question

Rekenen met verhoudingen
Om met verhoudingen te rekenen, kun je een verhoudingstabel gebruiken. Om met een verhouding te vergroten, moet je beide getallen in de verhouding met hetzelfde getal vermenigvuldigen.

Slide 12 - Slide

Rekenen met verhoudingen

Slide 13 - Slide

3 kg peren kost €1,50. Hoeveel kost 6 kg peren? Schrijf ook je berekeningen op.
Gebruik in je schrift een verhoudingstabel

Slide 14 - Open question

4 dozen aardbeien kosten €6. Hoeveel kosten 16 dozen? Schrijf ook je berekeningen op.
Gebruik in he schrift een verhoudingstabel.

Slide 15 - Open question

2 bioscoopkaartjes kosten €16. Hoeveel kosten 10 bioscoopkaartjes? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 16 - Open question

Rekenen met verhoudingen
Je kunt met een verhouding ook verkleinen. Je moet dan beide getallen in de verhouding door hetzelfde getal delen.

Slide 17 - Slide

Rekenen met verhoudingen

Slide 18 - Slide

6 meter stof kost €36. Hoeveel kost 2 meter stof? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 19 - Open question

Je hebt 1 liter melk nodig voor 16 pannenkoeken.
Hoeveel liter melk heb je voor 8 pannenkoeken nodig? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 20 - Open question

En nu zelf extra sommen


Je krijgt van mij een blad met opgaven.
Maak deze door de verhoudingstabel te gebruiken

Slide 21 - Slide

Doelen Behaald?
  1. Vertellen wat een verhouding is
  2. Een verhoudingstabel invullen
  3. Een berekening maken met een verhoudingstabel

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide