Blok 2-6 Spelling/Over taal 2KGT

Nederlands
                        Klas 2A - 2.6 Spelling
                           Over taal
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
                        Klas 2A - 2.6 Spelling
                           Over taal

Slide 1 - Slide

4 gouden minuten
Na 4 minuten zit iedereen op de plek,
anders weer 3 minuten
Telefoon bij binnenkomst in telefoontas
Leg de spullen vast klaar
Nodig: Lesboek + schrift
Time-out nodig-> doorgeven:
Dit geldt niet voor iedereen!!



timer
4:00

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Afspraken
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt je spullen en huiswerk op orde
  • Energie teveel? Voor de les en anders time-out aanvragen
  • Focus op de les - concentratie
  • Let op jezelf - leid anderen niet af
  • Steek je hand op bij vragen of iets willen zeggen.

Slide 4 - Slide

Vandaag in deze les:
  • Terugblik
  • Lesdoel
  • Nakijken huiswerk
  • Instructie over taal
  • Aan de slag

Slide 5 - Slide

Terugblik spelling
  • Je weet hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd schrijft.
  • Je weet hoe je de regel van 't kofschip x gebruikt.
  • Je kunt 't kofschip x toepassen bij klankvaste/zwakke werkwoorden en het voltooid deelwoord
  • Je weet hoe je samenstellingen spelt.

Slide 6 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 5 (81)
1. gegaan
2. gevraagd
3. bezocht
4. geweest
5. gekampeerd
6. geboekt
7. verdeeld

Slide 7 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdracht 6 (82)
fietsbel
stapelbed
deurklink
schoenendoos
slaghout
boekenplank
leeslamp
kastanjeboom

Slide 8 - Slide

Huiswerk nakijken
Opdr. 7 (83)
secondewijzer
hebbeding
horlogebandje
bejaardenflat
armelui
goedemorgen
tarwebloem
zonnestelsel
meisjesfiets
perensap
stationsplein
zakenman
brekebeen
meningsverschil
kattenbak

Slide 9 - Slide

Lesdoel Over Taal
  • Je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
  • Je begrijpt de betekenis van woorden uit leesteksten
  • Je weet wat figuurlijke taal is
  • Je herkent samenstellingen

Slide 10 - Slide

Woordenschat
Stappenplan moeilijke woorden

1. Lees een stukje terug of verder, staat er uitleg?
2. Kijk naar bekende stukjes in het woord.
3. Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
4. Vraag de betekenis of zoek hem op.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Opdracht 1 (84)
Schrijf de vetgedrukte woorden op. Zet de juiste betekenis erachter.
Opdracht 2 (85)
Schrijf de vetgedrukte woorden op. Zet de juiste betekenis erachter.
Deze opdrachten zijn huiswerk voor de volgende les.

Slide 12 - Slide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll