HA4 argumentatiestructuren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Als je iets vindt, dan heb je een mening. In de argumentatieleer noem je dat een ........

Als je een standpunt wil verdedigen dan gebruik je daarvoor redenen ofwel .............

Een ............... is een uitspraak die aangeeft dat een standpunt niet waar of minder aanvaardbaar is.

Met een ................. ontkracht je een argument of tegenargument.

1. Een feitelijk argument is een controleerbaar argument.

1. waar
2. niet waar

2. Een niet-feitelijk argument wordt ook wel een waarderend argument genoemd.

1. waar
2. niet waar

3. Ik heb liever les van meneer Janssen, hij geeft hogere cijfers. Dit is een ...

1. feitelijk argument
2. niet-feitelijk/waarderend argument

3. Ik heb liever les van meneer Janssen, hij is aardiger. Dit is een ...

1. feitelijk argument
2. niet-feitelijk/waarderend argument

4. In de vorige slide zag je een ....

1. enkelvoudige argumentatie
2. nevenschikkende argumentatie

5. In de vorige slide zag je een ....

1. enkelvoudige argumentatie
2. nevenschikkende argumentatie

5a. Ik wil niet naar de andere klas. In de andere klas zit mijn zus, ik wil niet bij mijn zus in de klas.
In de laatste zin staan twee argumenten. Deze zijn ...

1. afhankelijk
2. onafhankelijk

5b. Ik ga niet naar Pinkpop. De acts vind ik matig en het bier is te duur.
In de laatste zin staan twee argumenten. Deze zijn ...

1. afhankelijk
2. onafhankelijk

6. In de vorige slide zag je een ....

1. enkelvoudig, onderschikkende argumentatie
2. nevenschikkend, onderschikkende argumentatie

7. In de vorige slide zag je een ....

1. enkelvoudig, onderschikkende argumentatie
2. nevenschikkend, onderschikkende argumentatie

8. De 'onderste' argumenten in een onderschikkende argumentatie heten .....

1. steekhoudende argumenten
2. subargumenten
3. hoofdargumenten
4. waarderende argumenten

9. Argumenten waar de spreker of schrijver stilzwijgend vanuit gaat, noemt men ....

1. verzwegen argumenten
2. stille argumenten